Lezen 1 Leesteksten verkennen

Lezen belangrijk? JA!
- voor je opleiding: de bedoeling/boodschap van een tekst kunnen begrijpen
- voor je stage en beroep:  je moet rapportages lezen, instructies, informatie 
   over cliënten en je moet hier naar kunnen handelen
- voor je examen: in je eerste studiejaar doe je het centraal examen Lezen       & Luisteren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen belangrijk? JA!
- voor je opleiding: de bedoeling/boodschap van een tekst kunnen begrijpen
- voor je stage en beroep:  je moet rapportages lezen, instructies, informatie 
   over cliënten en je moet hier naar kunnen handelen
- voor je examen: in je eerste studiejaar doe je het centraal examen Lezen       & Luisteren

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 Lezen 
(Werkboek A, blz. 8 of online LEZ1)

1.1 Onderwerp en hoofdgedachte
1.2 Doel en publiek
1.3 Betrouwbaarheid van een tekst

Slide 2 - Slide

Onderwerp

Slide 3 - Mind map

1.1 Onderwerp van een tekst
- Beschrijft in één woord of een paar woorden waar de hele tekst over gaat: 
Formule 1-gevecht Hamilton - Verstappen
Rellen in Rotterdam
Eenzaamheid ouderen

- In de titel of in de kop vind je een aanwijzing voor het onderwerp.

- Ook vind je het onderwerp in de inleiding en in het slot.

Slide 4 - Slide

1.1 Hoofdgedachte blz. 8
  • De kortst mogelijke samenvatting van een tekst.
  • Vaak één zin in een tekst, die aangeeft wat er over het onderwerp wordt       gezegd.
  • Kan nooit een vraag zijn.
  • Moet de woorden van het onderwerp bevatten. Voorbeeld: 
  • Onderwerp: Eenzaamheid ouderen
  • Hoofdgedachte: Door de coronapandemie is de eenzaamheid   onder ouderen toegenomen.

Slide 5 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?

1.  Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd 
     wordt? Antwoord in één zin. 


Slide 6 - Slide

Waar kan de hoofdgedachte in de tekst staan?



- inleiding
- slot


! Soms staat de hoofdgedachte letterlijk in de inleiding  maar soms moet je deze zelf formuleren.

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 9 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Wat is het onderwerp?

Slide 10 - Slide

Lees de tekst
Opdracht: Lees de tekst.

Slide 11 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.

Slide 12 - Slide

Oefenen....
Wat is het onderwerp en de hoofdgedachte van het fragment op de volgende slide?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Oefenen 1
- zoek - in tweetallen - (breakoutrooms) een tekst op               www.kennispleingehandicaptenzorg.nl of op      www.metronieuws.nl;
- noteer van deze tekst het onderwerp en de hoofdgedachte.

Slide 15 - Slide

HUISWERK...
- Voor 22 december:
- online (LEZ1.1): opdracht 3, E1 en E2

Slide 16 - Slide

 1.2 Doel en publiek blz. 16
Je weet wat een schrijver met en tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is.

Slide 17 - Slide

1.2 Vervolg Doel en publiek
Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen totaal verschillen. Om het verschil te ontdekken kun je kijken naar:

Het doel van de schrijver
*wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
Het publiek
*voor wie is de tekst bedoeld?


Slide 18 - Slide

LEESSTRATEGIEËN (BLZ. 16)
- GLOBAAL LEZEN: lees de titel, de tussenkopjes en kijk naar de illustraties. Je weet dan wat het                                           doel van de schrijver is.

- ZOEKEND LEZEN: vanuit een vraag ga je het antwoord daarop zoeken in de tekst. 

- INTENSIEF LEZEN: je leest de tekst helemaal om de vragen te kunnen beantwoorden en om de                                           tekst te begrijpen.

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Twee teksten over onderwerp ‘honden’
1 Krantenbericht over hoeveel Nederlanders een hond hebben en welke rassen het meest populair zijn
doel: informeren
publiek: krantenlezers (breed publiek)
2 Folder van het asiel met het bericht om een hond uit het asiel te nemen
doel: overhalen/activeren
publiek: hondenliefhebbers of mensen die een pup kopen


Slide 20 - Slide

Tekstdoelen & tekstsoorten
Tekstdoel:                              Tekstsoort:
Informeren                            nieuwsberichten, voorlichtingsfolders, achtergrondartikel, brochure
Instrueren                              recept, gebruiksaanwijzing, bijsluiter, handleiding
Overtuigen of betogen    internetforum, ingezonden brief, betoog, column (= kort stukje tekst, luchtig geschreven,  persoonlijk 
                                                   karakter, vaste rubriek. In een column vertelt de schrijver iets over een (persoonlijke) gebeurtenis, geeft 
                                                   zijn mening of gaat een  gesprek met de lezer aan.
Amuseren                             cartoons, romans, glossy's, stripverhalen                         
Overhalen/activeren        reclamefolders, uitnodigingen, advertoriasl (= een advertentie, in de vorm van een artikel en het lijkt 
                                                   heel  objectief geschreven maar er is eigenlijk sprake van reclame)
Opinïeren                              in een opiniestuk of beschouwing laat de schrijver verschillende kanten van een onderwerp zijn, hij laat 
                                                  ook verschillende meningen zien. Het is de bedoeling dat je als lezer op basis van de informatie zélf een 
                                                  mening vormt over het onderwerp.

Slide 21 - Slide

Voorbeeld van een column
https://www.ad.nl/formule-1/max-verstappen-is-een-fenomenale-topsporter-maar-met-nederland-heeft-zijn-succes-werkelijk-niets-te-maken~a327fcd3/

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Oefenen.....
- zoek - in tweetallen - (breakoutrooms) twee teksten op:                 www.kennispleingehandicaptenzorg.nl of op  www.metronieuws.nl;
- noteer van beide teksten het onderwerp en de hoofdgedachte;
- noteer wat het (hoofd)doel is van de teksten;
- noteer voor wie de teksten zijn bedoeld(= publiek/doelgroep);
- geef een korte presentatie over jullie bevindingen.

Slide 25 - Slide

Huiswerk......
Voor 12 januari 2022:
- Lees de uitleg van 1.2 Doel en publiek (boek blz. 16).
- Maak online: LEZ1.2 opdracht 2, 3, E1 en E2.
- Ik wens jullie een HEERLIJKE kerstvakantie. Tot ziens op 12 januari!
- preview: TOETS LEZEN HOOFDSTUK 1 OP 19 JANUARI

Slide 26 - Slide

1.3 Betrouwbaarheid van een tekst
Feiten
Controleren waar de informatie vandaan komt
Precieze informatiebron terugvinden

Slide 27 - Slide

Let bij twijfel op:
De informatiebron
De schrijver
Het doel
De datum

Slide 28 - Slide