Mensen bestaan uit heel veel cellen. In iedere cel zitten chromosomen. In je chromosomen zitten allerlei eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen. Bijvoorbeeld welke kleur haar en welke kleur ogen je hebt. Iedereen hoort 46 chromosomen te hebben.
Mensen met het syndroom van Down hebben 47 chromosomen. Het extra chromosoom zorgt ervoor dat die mensen zich lichamelijk en verstandelijk anders ontwikkelen.