M2 H4.1 Toename en afname in procenten

Statistiek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Statistiek

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les...

procentuele toe- en afname berekenen

Slide 2 - Slide

percentage berekenen

 Soms weet je wel het aantal of bedrag maar wil je juist weten welk procent daarbij hoort. Hoe dat moet leren we vandaag.

Slide 3 - Slide

Herhaling vorige keer

Slide 4 - Slide

Percentage berekenen
  1. Haal uit je verhaaltje het totaal aantal hoeveelheid/bedrag/dingen (= grootste getal)
  2. Haal uit je verhaaltje het deel hoeveelheid/bedrag/dingen (= het kleinste getal).
  3. Reken uit met je rekenmachine:  deel : totaal x 100  = antwoord in%
  4. Schrijf je hele berekening + antwoord op en rond af op 1 decimaal (altijd, staat er niet bij in de opgave).

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Marieke koopt een shirt met €5 korting. Haar shirt kostte eerst €12,95.
Hoeveel procent is haar korting?



Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Marieke koopt een shirt met €5 korting. Haar shirt kostte eerst €12,95.
Hoeveel procent is haar korting?

Berekening:
percentage = 5 : 12,95 x 100 =  38,6% 

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste berekening?
Bereken hoeveel procent 12 van 84 is.
A
12 : 84 x 100
B
0,12 x 84
C
84 : 12 x 100
D
0,012 x 84

Slide 8 - Quiz

In een klas van 20 leerlingen komen er 4 leerlingen met de bus. Hoeveel procent is dit? Maak een berekening.
A
4 %
B
20 %
C
50 %
D
10 %

Slide 9 - Quiz

Procentuele toe-of afname 
procentuele toe- en afname berekenen

Slide 10 - Slide

Procentuele toename berekenen

Slide 11 - Slide

Procentuele afname berekenen


  • We kunnen ook de formule voor procentuele toename gebruiken.
  • Is de uitkomst positief dan is het een toename.
  • Is de uitkomst negatief dan is het een afname.

Slide 12 - Slide

Aanpak berekening procentuele toe- of afname
  1. Zoek en schrijf de waarde van "Oud" op.
  2.  Zoek en schrijf de waarde van "Nieuw" op.
  3. Bereken "Nieuw - Oud".
  4. Deel het antwoord van stap 3 door "Oud".
  5. Zet het om in een percentage door stap 4  x 100 te doen.
  6. Is de uitkomst positief dan is het een toename.
  7. Is de uitkomst negatief dan is het een afname.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 1
Een telefoonabonnement van André is verhoogd van €15 naar €18 per maand

Hoeveel % is de prijsverhoging?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 1
Een telefoonabonnement van André is verhoogd van €15 naar €18 per maand

Hoeveel % is de prijsverhoging?

                                                          % Dus 16,7 % prijsverhoging
18181510016,7

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Een telefoonabonnement kost normaal €39,95 per maand. Het abonnement is tijdelijk in de aanbieding voor €24,95 per maand. 
Hoeveel % korting krijg je op je maandelijkse abonnement?

                                                                               % dus 37, 6 % korting
39,9524,9539,9510037,6

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Een telefoonabonnement kost normaal €39,95 per maand. Het abonnement is tijdelijk in de aanbieding voor €24,95 per maand. 
  • Hoeveel % korting krijg je op je maandelijkse abonnement?

Slide 17 - Slide

Een iPhone kostte €800
De iPhone kost nu €700
Wat is de procentuele afname?
(De antwoorden zijn in procenten)
A
800700100=78,5
B
700(800700)100=14,285...
C
800(800700)100=12,5
D
800(700800)100=12,5

Slide 18 - Quiz

Een iPhone kost €950.
Hij is in de aanbieding en je krijgt nu 15% korting.
Hoeveel kost de iPhone nu?
A
1,15950=1092,5
B
950950(0,15)=949,999...
C
950+950(0,15)=950,000...
D
0,85950=807,5

Slide 19 - Quiz

Te maken opdrachten
H4:
Maak opgaven: 2 t/m 9  blz 140/142


  • nieuwe paragraaf = nieuwe bladzijde bovenaan=> kantlijnen maken!
  • opgavenummer voor de kantlijn, opgave erachter
  • volledige uitwerking in je schrift, alleen antwoord is "huiswerk niet gemaakt"

verplicht te doen

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Afsluiting

Slide 22 - Slide