- Klas verdeeld in drie teams.
- 15 vragen over de werkwoordsvormen op het bord.
- Je mag overleggen om samen tot het juiste antwoord te komen!
- 1 antwoord per groep.
- 15 goedde antwoorden? = minder opdrachten maken.
*Let op het lawaai! Andere klassen hebben ook gewoon les!