De Pedagogische Relatie

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Zorg voor welbevindenSecundair onderwijs

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht
1.  Lees "2.3 Hoe bouw je een PEDAGOGISCHE RELATIE op? (p. 7 - 8)

2. Probeer het kader op p.8 in potlood in te vullen

Slide 8 - Slide

https://vimeo.com/110064146 
https://vimeo.com/110064405
wachtwoord: FX236F76

Slide 9 - Slide

Welke elementen uit de pedagogische relatie komen in het filmpje aan bod?

Slide 10 - Open question

Welke elementen uit de pedagogische relatie komen in het filmpje aan bod?

Slide 11 - Mind map

De pedagogische relatie en de MeMoQ (p.9)

Slide 12 - Slide

2. De pedagogische relatie 

Slide 13 - Slide

Sensitieve  responsiviteit (p.10)
De verzorgende laat merken dat
ze de signalen van het kind opmerkt
en er de juiste betekenis aan geeft.
de verzorgende reageert op een ondersteunende manier zodat het kind zich begrepen voelt. 

Slide 14 - Slide

Opdracht
1. Lees p.10 in de cursus.
2. Ga bij je partner zitten en lees jullie casus
3. Bedenk hoe je op een goede manier kan reageren.
(Maak gebruik van het schema op p.6 en de tips op p.10)
4. Maak een rollenspel.
5. Stel deze voor aan je klasgenoten. 

Slide 15 - Slide

Opdracht: reageren
Timo komt wenend naar jou toe. Hij steekt zijn vingertje in de lucht en heeft “pijn”.
  
Bv. zoentje geven. Pijn erkennen. Zeggen dat het niet leuk is. Begrip tonen.

Slide 16 - Slide

Opdracht: reageren
Eva is heel verdrietig omdat ze naar het kinderdagverblijf moet komen. Ze wil naar huis. 

Bv: Haar op schoot nemen, samen boekje lezen. Samen tekening maken. Iets spectaculairs van speelgoed uithalen. Ofwel samen iets doen , ofwel afleiden.


Slide 17 - Slide

Opdracht: reageren
Timo komt wenend naar jou toe. Hij toont zijn knietje en zegt dat hij pijn heeft. Het is al de vijfde keer deze ochtend. Hij had al pijn aan zijn vinger, zijn been, zijn buik en zijn andere vinger.
Bv: Toon begrip, handel geduldig. Geef Timo even jouw volle aandacht door bv. zijn gevoel te benoemen en lichamelijk contact te maken. Geef hem even de volle aandacht en laat hem in jouw nabijheid zijn. 
Biedt hem nieuwe spelprikkels aan die zorgen voor afleiding. 
Inspelen op behoeften: neem eens zijn temperatuur. Misschien voelt Timo zich helemaal niet zo lekker.  

Slide 18 - Slide

Opdracht: reageren
Anna is bang van iets als ze moet slapen in haar bedje in het kinderdagverblijf. Ze klampt zich aan je vast als je haar wil neerleggen in het bedje.

Bv: bij haar blijven tot ze rustig is, tonen dat de andere kindjes rustig zijn, al goed voorbereiden op voorhand!
 

Slide 19 - Slide

Opdracht: reageren
Je hebt 5 peuters in je groepje die allemaal op het potje of het toiletje zijn geweest. Je wil nu een voor een hun broekjes weer aan doen, maar Cato wil het zelf doen. Ze kan het nog niet goed en het duurt echt lang. De andere kindjes worden onrustig en willen in hun blootje naar buiten lopen. 

Bv: Andere kindjes voornemen, haar laten proberen tot de laatste. Of met alle kindjes samen proberen en dan snel helpen bij de anderen.


Slide 20 - Slide

Opdracht: reageren
Hazel is boos omdat het niet lukt om de 8 diertjes die ze gevonden heeft in 1 keer mee te nemen naar de speeltent in de hoek. Ze begint te wenen en gooit ze op de grond. 

bv: Erken dat het niet leuk is dat het niet lukt. Zeg dat jij het misschien ook niet zou kunnen. Maar wel samen? Zoek een karretje of een mandje. Help mee als het mag? Stel voor om de achtergebleven dieren te bewaken.

Slide 21 - Slide

Opdracht: reageren
Ini komt aan jou zeggen dat Lotte haar pijn gedaan heeft toen ze aan het spelen waren. 

Bv: Toon begrip dat dit inderdaad niet leuk is en dat ze dat niet mag doen. Meestal is dit voldoende en moet je niet gaan tussenkomen (toch al te laat – Lotte zal het al niet meer weten)

Slide 22 - Slide

Opdracht: reageren
Je zingt het opruimlied en zegt nog eens extra aan Saartje (18 maanden) dat ze alle auto’s waar ze mee aan het spelen is in de doos moet doen. Saartje speelt gewoon verder. 

Peuters van die leeftijd begrijpen het begrip “opruimen” nog niet goed. Dat is te moeilijk. Geef concrete opdrachten “autootjes in de doos gooien” of maak er een spelletje van en doe mee.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Complimenten geven:
welke link zie je met sturen?

Slide 25 - Open question

Complimenten geven:
welke link zie je met stimuleren?

Slide 26 - Open question

Complimenten geven (p.13)
Link met sturen:
op die manier stuur je het gedrag van een kind. 
Gedrag dat je veel complimentjes geeft zal het 
kind nog stellen.

Link met stimuleren:
als je het kind aanmoedigt om zijn grenzen te verleggen zal het meer 
zelfvertrouwen krijgen en sneller ontwikkelen.
bv: kindje compliment geven omdat hij bezig is aan kralenketting: 
hij zal hier meer in oefenen en fijne motoriek verbeteren.


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

De pedagogische relatie 

Slide 29 - Slide

STUREN bij jonge kinderen (p.13)
  • Gewenst gedrag aanleren of behouden
  • Ongewenst gedrag afleren

Door:
  • Regels op te stellen
  • Grenzen aan te geven


Slide 30 - Slide

Stimuleren van gewenst gedrag 
(belonen) (p.14)
Belonen = aandacht geven voor een bepaald 
gedrag van een kind, zodat het gedrag blijft of 
toeneemt.


Belonen kan nooit te veel. Vaak belonen zorgt voor een 
goede relatie.
Het kind krijgt meer zelfvertrouwen en zal vaker positief
gedrag stellen.

Slide 31 - Slide

Sociale beloning 
                                                   Schouderklopje
                                                   zoen geven
                                                   knuffel
                                                   zeggen ‘goed zo’
                                                   applausje
                                                   een glimlach
                                                   de aandacht van mama of papa

Slide 32 - Slide

Materiële beloning 
                                                   Extra snoepje of koek
                                                   Een klein speelgoedje
                                                   Een strip
                                                   Een stempel
                                                   
                                                   
                                                   Eventueel met een spaarsysteem


Slide 33 - Slide

William 3,5 jaar

Doel: droog bed

Slaapt enkel ‘s nachts

Droog bed = zelf groen kleuren
Nat bed = zelf blauw kleuren

5/week droog = beloning




Slide 34 - Slide

Niet alleen om ongewenst gedrag af te leren
Kan ook gewoon leuk zijn als directe beloning.

bv: sticker plakken als er pipi in potje is.
Als het blad vol is: gewoon nieuw blad ernaast.

Slide 35 - Slide

Activiteit beloning 
                                               Naar tv kijken
                                               Naar het zwembad
                                               Naar een pretpark
                                               Samen een cake bakken
                                               Langer opblijven
                                               Langer buiten spelen

                                               Eventueel met een beloningssysteem

Slide 36 - Slide

Tips
  • Sociale beloningen blijken op lange termijn meer effect te
    hebben.
  • Wat je belooft moet je doen.
  • Beloon onmiddellijk.
  • Beloon niet altijd na elk gewenst gedrag.
    Zo leer je het kind dat het nooit iets ‘gratis’ moet doen.
  • Beloning werkt het best als het nauw aansluit bij het
    gedrag.
  • Een beloning moet ook voor het kind de betekenis van een beloning
    hebben.






Slide 37 - Slide

Welke afbeelding toont hoe het moet en geeft het juiste voorbeeld?

Slide 38 - Poll

Wat is goed aan de afbeelding?

Slide 39 - Mind map

Slide 40 - Slide