H4 Medicijnen toedienen per injectie

H4

Medicijnen toedienen

per injectie

(thieme)


1 / 49
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H4

Medicijnen toedienen

per injectie

(thieme)


Slide 1 - Slide

Agenda
  • Kennismaken
  • Herhalen medicatie (H2+ H3)
  •  Uitleg sc injecteren
  • Uitleg opdracht
  • Afspraken voor toekomstige lessen
  • afsluiting les

Slide 2 - Slide

Anticoagulantia zijn
A
pijnstillers
B
remt de groei van micro-organisme
C
vocht afdrijvers
D
antistolling

Slide 3 - Quiz

Volgens de wet BIG zijn de volgende functies “zelfstandig bevoegd”
A
Verpleegkundigen, artsen en verloskundigen
B
Verzorgenden, artsen en verpleegkundigen
C
Artsen, tandartsen en verloskundigen
D
Zelfstandige bevoegdheid staat niet in de wet BIG

Slide 4 - Quiz

Waarvoor zijn medicijnen met een causale werking?
A
Om symptomen te bestrijden
B
Om de oorzaak te bestrijden
C
Om een virus te bestrijden
D
Om vocht in de benen te bestrijden.

Slide 5 - Quiz

Studenten verpleegkunde kunnen niet door de tuchtrechter aansprakelijk gesteld worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Diuretica worden het liefst aan het begin van de dag ingenomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Subcutaan injecteren is een voorbeeld van een voorbehouden handeling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Benoem de 5J's

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe heet de toediening van medicijnen buiten het maag-darmkanaal om?

Slide 12 - Open question

Waarom geven we medicatie buiten het maag-darmkanaal om ( in dit geval per injectie)?

Slide 13 - Open question

Injecteren
  • = inspuiten
  • met een spuit en holle naald
  1. intracutaan (in huid)
  2. subcutaan (in onderhuidsbindweefsel)
  3. intramusculair (in spier)
  4. intraveneus (in een ader)
  • wet-BIG: voorbehouden handelingen
  • instellingsprotocol altijd bestuderen

Slide 14 - Slide

Regels bij toedienen
  • Hoe staat de ZV tegenover het medicijn?
  • Wat weet de ZV over het medicijn? (1ste keer of al vaker, bijwerkingen)
  • Wat kan je nog uitleggen over de handeling?
  • Zijn er lich. bijzonderheden (mager, zwaar, littekens, blauwe plekken, ok's, verlammingen, huidafwijkingen, shunt)

Slide 15 - Slide

Voor je start
  • handhygiene, arm/handsieraden
  • recept duidelijk, nog iets berekenen?
  • ongestoord werken en controleur aanwezig
  • weet je voldoende over medicijn? voorzorgsmaatregelen?
  • Welke injectie techniek?
  • juiste materialen beschikbaar (verschil im/sc materiaal)?
  • wel/ niet ontluchten

Slide 16 - Slide

Klaarmaken injectie
  • 5 keer juist regel (juiste medicijn, juiste ZV, juiste hoeveelheid, juiste toedieningsvorm, juiste moment)
  • nauwkeurig  hoeveelheid berekenen
  • werk zo steriel mogelijk
  • gebruik een optrek naald en injectie naald correct
  • trek correcte hoeveelheid op
  • verpakking vloeistof pas na injectie in naaldencontainer
  • verwisselen optreknaald niet via naaldencontainer (contaminatie conus)
  • laat medicijn, berekening inj. spuit met medicijn controleren door collega

Slide 17 - Slide

Met medicatie bij ZV
  • Controleer de identiteit van de ZV, leg uit wat je komt doen, leg uit wat doel injectie is, vraag toestemming
  • na plaatsbepaling controleren van de huid
  • werk zo schoon mogelijk (wel/niet desinfecteren huid)
  • waarschuw ZV als prik eraan komt (mits dit is gewenst)
  • steek niet tot aan plastic (ivm breken naald)
  • controleer raken bloedvaatje

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Opdracht voor 10 mei 2021
  • groepjes van 2-3
  • borstzakkaartje en patiëntfolder
  • vergelijk S.C. en IM/ leg uit in lekentaal
  • denk aan materiaal, techniek, plaats, uitleg zv
  • af: 12-5-2021 voor 18.00

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Welke 2 manieren van injecteren mag je als mbo-v student uitvoeren?
A
intracutaan
B
subcutaan
C
intramusculair
D
intraveneus

Slide 44 - Quiz

Hoeveel ml mag je in 1 keer subcutaan injecteren?
A
0-0,5 ml
B
0-1,0 ml
C
0-1,5 ml
D
0-2,0 ml

Slide 45 - Quiz

Hoeveel ml mag je in 1 keer I.M. injecteren?
A
tot 2,5 ml
B
tot 15 ml
C
tot 5 ml
D
tot 10 ml

Slide 46 - Quiz

Waarom moet je optreknaald met je handen verwijderen?
voorkomen prikaccident
contaminatie van de conus
om geen vloeistof kwijt te raken

Slide 47 - Drag question

Wat is een contra-indicatie voor een injectieplaats?
Hematoom
Shunt
Beharing
Oude tatoeage
Moedervlek
Verlamming
Huidafwijkingen
Lymfekliertoilet
Bouw zorgvrager

Slide 48 - Drag question

S.C.  of  I.M.
S.C.
I.M.
insuline pen
max 15 ml
loodrecht, schuin
loodrecht
bovenbeen, bil, boven arm
niet bijtende vloeistoffen
Pijnlijker
onderhuisbindweefsel

Slide 49 - Drag question