Herhaling thema 3 bloed

Thema 3 bloed
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 3 bloed

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

  • 91% water
  • 7% eiwitten
  • 2% opgeloste stoffen

Slide 4 - Slide

Rode bloedcellen

  • Geen celkern
  • Ronde vorm
  • Hemoglobine
  • Vervoeren zuurstof

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 9 - Quiz


Welk van de volgende onderdelen van het bloed
heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 10 - Quiz

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.

Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.

Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Naamgeving
Beenslagader
Beenader

Slide 15 - Slide

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 16 - Drag question

De bloeddruk in de slagaders is hoog
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 17 - Quiz

Het bloed in de longslagader is zuurstofrijk.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 18 - Quiz


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 19 - Quiz

Het hart aan de buitenkant 

Slide 20 - Slide

Het hart aan de binnenkant

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Werking van het hart (hartslag)

  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze 

Slide 23 - Slide

Holle ader
Longslagader
Lichaams-
slagader
Longader
1
2
3
4

Slide 24 - Drag question


Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 25 - Quiz


Het hart pompt zuurstofrijk bloed
in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Nierschors / niermerg
Deel van de nier dat afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en allerlei schadelijke stoffen uit het bloed verwijdert

Slide 28 - Slide

Nierbekken
Deel van de nier waarin urine wordt verzameld

Slide 29 - Slide

Weg van urine
Urinewegen:
Nierbekken --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Slide 30 - Slide

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 31 - Drag question

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 32 - Quiz

Lichaamsvreemde stoffen
Ziekteverwekkers, maar ook bijv. 
een splinter of tattoo-inkt




Het immuunsysteem/ afweersysteem heeft als functie om lichaamsvreemde stoffen uit je lichaam te verwijderen.

Slide 33 - Slide

Antigenen 
  • Zitten aan de buitenkant van een cel
  • Witte bloedcellen kunnen herkennen of de antigenen lichaamseigen of lichaamsvreemd zijn

Slide 34 - Slide

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers?
  • Witte bloedcellen die antistoffen aanmaken 

  • "Vreetcellen" (witte bloedcellen die  ziekteverwekkers insluiten en verteren)


Slide 35 - Slide

Immuniteit
  • Witte bloedcellen onthouden hoe een bepaald antigen eruit ziet.

  • Het lichaam kan daarom sneller antistoffen maken.

  • Je wordt dan niet meer ziek; je bent immuun

Slide 36 - Slide

Allergie
- Allergische reacties zijn een reactie op stoffen waar je immuunsysteem niet tegen kan.

- Er ontstaat dan huiduitslag, branderig gevoel, jeuk, ontstekingen of rode plekken.

Slide 37 - Slide

Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof 2 ziekteverwekker 3 antigeen
B
1 antigeen 2 ziekteverwekker 3 antistof
C
1 ziekteverwekker 2 antistof 3 antigeen
D
1 antigeen 2 antistof 3 ziekteverwekker

Slide 38 - Quiz

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam is een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 39 - Quiz

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 40 - Quiz

Hoge bloeddruk
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. 
Dit noem je bloeddruk.

Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: kan wanden van slagaders beschadigen

Bovendruk: lager dan 160 is normaal.
Onderdruk: lager dan 95 is normaal.

Slide 41 - Slide

Verstopt
Een bloedvat kan verstopt raken door:
  • Trombose (plaatje)
  • Cholesterol
  • Slagaderverkalking



Slide 42 - Slide

Hartinfarct
Kransslagader raakt verstopt

Een ander woord voor hartinfarct is hartaanval

Slide 43 - Slide

Gezonde levensstijl 

Slide 44 - Slide

Gevolgen alcohol
Korte termijn
Lange termijn
Opwekkend
Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming
Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle
Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving
Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Slide 45 - Slide