This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Paragraaf 3.2 Procenten gegeven
Leg bladzijde 130 voor je open!
Slide 1 - Slide
Heb je eerder gewerkt met procenten bij een andere vak?
Slide 2 - Open question
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Slide
Hoeveel procent is het totaal ?
A
50%
B
1%
C
100%
D
200%
Slide 4 - Quiz
Hoeveel is 10 procent van 150?
A
1,5
B
10
C
15
D
100
Slide 5 - Quiz
Bereken 20 procent van 180 euro.
A
€ 20,00
B
€ 36,00
C
€ 40,00
D
€ 18,00
Slide 6 - Quiz
Lesdoelen
Je leert hoe je de aantal/bedrag moet uitrekenen als de procenten bekend zijn.
Slide 7 - Slide
Uit hoeveel woorden bestaat het eerste lesdoel ?
A
13
B
14
C
15
D
16
Slide 8 - Quiz
Uitleg theorie
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
01:51
Hoeveel is 25% van 200
A
1
B
25
C
50
D
100
Slide 11 - Quiz
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 12 - Open question
Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload.
(deze dia komt na het voorbeeld).
Slide 13 - Slide
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.
Slide 14 - Open question
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 15 - Slide
Bert ziet een hoed voor 80 euro. Bij de hoed staat een kaartje met 20% korting. Hoeveel euro korting is dat?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
20
16,00
80,00
100%
1
X
Bedrag
Procent
Slide 16 - Drag question
Karel ziet een mobiel voor 700 euro. Bij de mobiel staat een kaartje met 8% korting. Wat is de nieuwe prijs voor mobiel?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
8
644,00
700,00
100
X
1
Bedrag
Procent
756,00
Slide 17 - Drag question
Rene ziet een fiets voor 500 euro. Bij de fiets staat een kaartje met 10% korting Hoeveel korting krijgt hij?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
10
450,00
500,00
100%
X
1
Bedrag
Procent
50,00
90
Slide 18 - Drag question
In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
aantal
1
X
18
60
100
30
Procent
Aantal
Slide 19 - Drag question
In een aquarium zitten 12 vissen, er zijn 41,7% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood?
procent
euro
12
100
5
1
X
41,7
Procent
Aantal
48,3
7
Slide 20 - Drag question
Kader 3 heeft 76 leerlingen, daarvan zijn er 68,4% van online. Hoeveel van de leerlingen is online?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
31,6
24
23
Slide 21 - Drag question
Huiswerk
Maak in deze les:
Opgave 33 t/m opgave 41
Bladzijde 130.
Ben je klaar?
Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!
Succes!
Slide 22 - Slide
Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken.
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen.
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn.
3. Verbeter je antwoorden.
Slide 23 - Slide
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 24 - Open question
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 25 - Open question
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 26 - Open question
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 27 - Open question
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 28 - Slide
Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
euro
16,95
100
6,95
1
X
59
Slide 29 - Drag question
Kader 3 heeft 76 leerlingen, daarvan zijn er 68,4% van online. Hoeveel van de leerlingen is online?