scenario's smart kaarten

1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeenHBOStudiejaar 4

This lesson contains 48 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Smartkaarten
Wat is de bedoeling van de smartkaarten?
- Leerlingen leren keuzes maken
- Leerlingen stimuleren zelf te lezen, te begrijpen en te doen
- Leerlingen kennis te laten maken met de beroepsgerichte profielen (profieldelen en keuzevakken)
- Nieuwsgierigheid en interesse aanwakkeren
- Leuke vorm van onderwijs voor docenten én leerlingen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Situatie nu
  1. Nog niet alle kaarten zijn af
  2. De lessen worden nog niet allemaal gegeven volgens het concept
  3. Er is behoefte aan structureel overleg tussen alle sectoren die werken met de smartkaarten
  4. De visie en werkwijze zijn nog niet helemaal helder
  5. Het afronden van leertaken/ leeruitkomsten  blijkt in de praktijk weerbarstiger dan was gedacht

Slide 5 - Slide

In gesprek vandaag met elkaar.
Wat is de functie van toetsen (presentatie) en op welke wijze willen wij toetsen en beoordelen inzetten en gebruiken in het leerconcept van de Smartkaarten? (gesprek) 
Hoe willen we de leeruitkomsten monitoren en  borgen?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voorwaarde voor goed afronden
1. Heldere leerdoelen op kennis, vaardigheden en proces (werkwoord, inhoud, norm, context)
2. Bepalen op wat voor niveau (taxonomie) die leerdoelen beheerst, gemonitord of afgerond worden, wat voor soort vragen of opdrachten horen daarbij?
3. Bepalen op welke wijze de afronding
bijdraagt aan het procesvan de leerling.

Slide 18 - Slide

Welke redenen gebruik jij om te toetsen? 
  • leerlingen motiveren?
  • leerlingen activeren?
  • administreren?
  • keuze onderbouwen?
  • leerlingen belonen?
  • ...? 

Slide 19 - Slide

Nu de functies van toetsen helder zijn...
  • Werken met SMARTkaarten heeft als hoofddoel nieuwsgierig te maken naar de bovenbouw zodat ze beter in staat zijn keuzes te maken voor keuzevakken of profielen.
                Zijn er doelen die echt afgetoetst/ afgerond  worden? 
  •                  of gaat het om borgen van wat je hebt gedaan? en de                                 leerling te ondersteunen in de zelfsturing?

Slide 20 - Slide

Soorten en mate(n) van afronden
  1. In de les observeren en afvinken.   (nu)
  2. Van iedere kaart de succescriteria afvinken als de leerlingen het af hebben    (nu)
  3. Onderverdelen van prestaties op product, vaardigheid en proces in een classificatie (o/v/g)    (nu)
  4. Steekproefsgewijs vanuit een portfolio (portfolio wordt o.a. gebruikt voor voortgangsgesprekken, LOB traject en talent vorming)
  5. In de periode oefenen d.m.v. verschillende kaarten (kennis, vaardigheden, proces in een feedback cyclus) en aan het einde van de periode een afrondende opdracht
  6. Rubrics en/of feedback cyclus inzetten om zelf, peer (of derde) en docent evaluaties te doen. (kwaliteitsbesef en inzet-gevolg denken stimuleren)
  7. Keuze geven om leerdoelen en succescriteria af te ronden op verschillende manieren
    (Bloom volgende dia)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Think
. Op welke wijze zou je willen werken aan het afronden van doelen?
. Komt dat overeen met de wens van andere collega's?
. Wat zou je goed kunnen gebruiken om je wens in de praktijk te brengen?
( kennis, vaardigheden, ruimte, tijd, materiaal, etc.)
. Welke vormen van afronden vind jij passend voor jouw lespraktijk? 
. Mogen de leerlingen zelf kiezen in welke vorm
 ze hun kennis en vaardigheden aftoetsen?
. Hoevaak is afronden nodig en realistisch in een periode?

Slide 23 - Slide

Voorlopige visie op afronding
afrondende opdracht aan t einde van de periode 
drie lesdoelen waardoor er focus ontstaat. Behaald/ niet behaald.- wat hebben we nodig?  vakinhoudelijke kennis en tijd
Leerling steeds meer zelf verantwoordelijk maken dmv reflectiedocument
levend document die ze aan t einde van de periode inleveren.
evalueren nog een vraag
...

Slide 24 - Slide

z/w
aansluiten bij e-o
vakoverstijgende vaardigheden in een vakinhoudelijke context
meer nadenken over differentiatie in de kaarten.
visie op keuzes maken.

Slide 25 - Slide

art en tech
aandacht leggen op beoordelen en evalueren met elkaar
feedback cyclus laten terugkomen in de lessen. Verschillende vormen van feedback  integreren in de lespraktijk
zelf regulatie bevorderen door kritisch en probleemoplossend denken te bevorderend.
Vakoverstijgende doelen met z'n alle formuleren.
Bijvoorbeeld 21e eeuwse vaardigheden

Slide 26 - Slide

digitale geletterdheid
koppelen aan inhoud (net als alle andere 21e eeuwse vaardigheden)
doorlopende leerlijnen maken waarvan de hele onderbouw op de hoogte is
werken met rubrics zodat we dezelfde criteria hebben
evaluatie op de vaardigheden op gezette tijden.
Alle vaardigheden in 1 periode of juist voor de herhaling verdeeld over het jaar?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

20-5 work in progres
13.30-16.15

Slide 29 - Slide

Herhalen: Smartkaarten
Wat is de bedoeling van de smartkaarten?
- Leerlingen leren keuzes maken
- Leerlingen stimuleren zelf te lezen, te begrijpen en te doen
- Leerlingen kennis te laten maken met de beroepsgerichte profielen (profieldelen en keuzevakken)
- Nieuwsgierigheid en interesse aanwakkeren
- Leuke vorm van onderwijs voor docenten én leerlingen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Nu de functies van toetsen helder zijn...
  • Werken met SMARTkaarten heeft als hoofddoel nieuwsgierig te maken naar de bovenbouw zodat ze beter in staat zijn keuzes te maken voor keuzevakken of profielen.
                Zijn er doelen die echt afgetoetst/ afgerond  worden? 
  •                  of gaat het om borgen van wat je hebt gedaan? en de                                 leerling te ondersteunen in de zelfsturing?

Slide 36 - Slide

Voorlopige visie op afronding
welke groep?
afrondende opdracht aan t einde van de periode 
+/- drie lesdoelen waardoor er focus ontstaat.
Behaald/ niet behaald.- wat hebben we nodig? 
vakinhoudelijke kennis en tijd
Leerling steeds meer zelf verantwoordelijk maken dmv reflectiedocument
levend document die ze aan t einde van de periode inleveren.
evalueren nog een vraag
...

Slide 37 - Slide

z/w
aansluiten bij e-o
vakoverstijgende vaardigheden in een vakinhoudelijke context
meer nadenken over differentiatie in de kaarten.
visie op keuzes maken.

Slide 38 - Slide

art en tech
aandacht leggen op beoordelen en evalueren met elkaar
feedback cyclus laten terugkomen in de lessen. Verschillende vormen van feedback  integreren in de lespraktijk
zelf regulatie bevorderen door kritisch en probleemoplossend denken te bevorderend.
Vakoverstijgende doelen met z'n alle formuleren.
Bijvoorbeeld 21e eeuwse vaardigheden

Slide 39 - Slide

digitale geletterdheid
koppelen aan inhoud (net als alle andere 21e eeuwse vaardigheden)
doorlopende leerlijnen maken waarvan de hele onderbouw op de hoogte is
werken met rubrics zodat we dezelfde criteria hebben
evaluatie op de vaardigheden op gezette tijden.
Alle vaardigheden in 1 periode of juist voor de herhaling verdeeld over het jaar?

Slide 40 - Slide

Wat te doen als ll niet mee kunnen doen?
Hoe krijg je leerlingen mee zonder beoordeling?
  • Pedagogisch tact en feedback-up-forward
  • Kies kaarten maken waarbij leerlingen kleine toegankelijke "begin opdrachtjes" (vaardigheid) kunnen oppakken
  • Uitzoek/ analyse opdrachtjes geven die ze individueel of in een tweetal kunnen doen
  • Reflectie opdracht waarin ze inzicht krijgen in het vak/ de toekomst/ zichzelf
  • Focus vooral op wanneer lukt het wel

Slide 41 - Slide

En nu?
  • Een keuze maken hoe we het volgend jaar willen doen
  • Onszelf de vrijheid gunnen om dit als een pilot te proberen
  • Een stevig plan te maken met wie wat waar wanneer waarmee waarom we doorontwikkelen op de smart kaarten. 

Slide 42 - Slide

Waarop waardeer/beoordeel je?
Kennisdoelen
Vaardigheidsdoelen
Procesdoelen

Hoe willen we dat organiseren?

Slide 43 - Slide

Scenario's:
  1. In de periode oefenen met en ontwikkelen in +/- 3 doelen, aan het einde  een opdracht, proeve of ander aanvaardbaar bewijs leveren 
  2. Korte opdracht kaarten van 1 a 2 lessen waarin je de leerling waardeert op voortgang in de doelen (zoveel voortgangskaarten is aanvaardbaar bewijs) 
  3. Ieder half jaar met alle secties smartkaarten overleg en daar
    de voortgang van een leerling bepalen over alle smart vakken heen 
  4. Heb jij een andere mogelijkheid
Bijvoorbeeld thema veilig werken
Zorg: voeding bereiden, luier verschonen, omgaan met stoffen
Eco: veilig werken met AVG, wachtwoorden etc.
Art: omgaan met verschillende materialen
Tech: Omgaan met verschillende materielen en machines

Overkoepeldnde doelen: Methodisch werken, Volgend protocol of prodedure werken, voor ieder vak eventueel een kennis doel.
De kaarten worden los aangeboden en hebben geen overkoepelende kennis doelen. Er wordt wel gekeken naar inzet en motivatie (nader te formuleren) als doorlopende lijn.
vooral gericht op inzicht en voortgang (criteria nog nader te omschrijven)

Slide 44 - Slide

tech
Beroepsvaardigheden (overkoepelend 21e eeuwse vaardigheden en vakvaardigheden)
Samen met de andere groepen een overkoepelend doen
Twee/drie magister items vakspecifiek en overkoepeld
per periode een groeidocument met rubric

Slide 45 - Slide

art
Terug naar thema's, binnen de thema's maken ze de opdrachten en per thema een globaal beeld vormen. Feedback-up-forward is de basis voor groei.
Vakspecifieke vaardigheden, 21e eeuwse vaardigheden komen terug in digitale geletterdheid.
Je moet alle kaarten gedaan hebben (nog nader te bespreken wat aanvaardbaar bewijs is

Slide 46 - Slide

zorg
Vakoverstijgende doelen (hoeveel??)
Alle vakgroepen overstijgende doelen heeft voorkeur.
doelen expliciet maken helpt ook bij het ontwikkelen en afronden
Eindopdrachten waarin wat geoefend is afgerond wordt, ook de overkoepelende doelen.

Slide 47 - Slide

business
Vakoverstijgende doelen (vaardigheid samenwerken, feedback etc.)
expliciet maken met gedragskenmerken, vormt een kolom in magister.
Per periode 3 meetmomentjes wel alle kaarten maken eerste twee gebruiken voor feedback en de laatste voor magister.
Hoe beoordeel je? 

Slide 48 - Slide