Opfrissen De Eenmanszaak

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
Opfrissen behandelde stof leerjaar 4 De Eenmanszaak:
De beginbalans, inkopen en verkopen, kosten en uitgaven

Deze voorkennis heb je namelijk nodig om verder te kunnen met het nieuwe hoofdstuk: de eindbalans (MP stof)

Hoe? Korte quiz vragen afwisselen met opdrachten uit het werkboek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig?
  • Laptop om in te loggen LessonUp
  • Rekenmachine
  • Schrift + pen om berekeningen op te kunnen schrijven 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Debet of credit?

Inventaris
A
Debet
B
Credit

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Debet of credit?

Te vorderen btw
A
Debet
B
Credit

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er op de passiva zijde van de balans?
- Crediteuren
- Debiteuren
- Rekening courant krediet
- Te vorderen btw
- Vooruitbetaalde bedragen
- Vooruitontvangen bedragen
A
Debiteuren, vooruitbetaalde bedragen, te vorderen btw
B
Crediteuren, vooruitbetaalde bedragen, rekening courant krediet
C
Debiteuren, vooruitontvangen bedragen, te vorderen btw
D
Crediteuren, vooruitontvangen bedragen, rekening courant krediet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Voor het opstellen van een investeringsbegroting heeft Laplace de volgende gegevens verzameld per 1 januari:
- Kassasysteem inclusief tablet: € 3.388 inclusief 21% btw
- Voorraad goederen: € 11.990 inclusief 9% btw
- Winkelinventaris: € 22.000 exclusief 21% btw
- Vooruitbetaalde huur: zes maanden à € 1.400 per maand exclusief 21% btw

Bereken met behulp van bovenstaande gegevens de ‘te vorderen btw’ die moet worden opgenomen op de investeringsbegroting van Laplace per 1 januari.
A
€ 6.492
B
€ 7.962
C
€ 6.854,03
D
€ 8.085,48

Slide 7 - Quiz

(3.388 / 121) x 21 + (11.990 / 109) x 9 + (22.000 / 100) x 21 + (6 x 1.400 / 100) x 21 = € 7.962

Opgave maken
Je krijgt van mij je werkboek 5 vwo;
1. Klap je laptop even dicht
2. Schrijf aan de binnenkant op de eerste blz je naam
3. Ga naar pagina 42 en maak opgave Corio

Wie vindt als eerste de juiste waarde van het rekening courant krediet? Steek je hand op als je klaar bent, dan check ik je antwoord.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke van onderstaande stellingen is juist?
A
Op het moment dat een onderneming een verkoopcontract sluit, is er sprake van een ontvangst.
B
Opbrengsten zijn altijd inclusief btw
C
Het periodetoerekeningsstelsel is een systeem van het administreren van financiële feiten, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen opbrengsten/kosten en ontvangsten/uitgaven.
D
Ontvangsten zijn altijd exclusief btw.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de waarde van de inkopen in het derde kwartaal van 2024.

A
€ 1.872.000
B
€ 2.040.000
C
€ 2.208.000
D
€ 2.552.000

Slide 10 - Quiz

Afname van de voorraad: 1.088.000 - 1.256.000 = -168.000
Inkoopwaarde van de omzet: 0,75 x 2.720.000 = 2.040.000
Inkopen = 2.040.000 - 168.000 = € 1.872.000
Van Verstappen vof zijn de volgende gegevens bekend van de inkopen in 2023:

- Van de inkopen is 60% contant en de rest op rekening.
- De crediteurentermijn is één maand.
- In het derde kwartaal van 2023 zijn de inkopen € 18.720.000 exclusief 9% btw.
- Binnen ieder kwartaal zijn de inkopen gelijkmatig verdeeld.

Bereken het bedrag van de post Crediteuren op de balans van Verstappen op 30 september 2023.
A
€ 2.496.000
B
€ 2.720.640
C
€ 3.020.160
D
€ 4.530.240

Slide 11 - Quiz

((18.720.000 x 0,40) / 3) x 1,09 = € 2.720.640

Opgave maken
1. Klap je laptop weer dicht
2. Open je werkboek op pagina 64 en maak de opgave Square
3. Over 10 minuten laat ik de antwoorden op het bord zien om na te kijken. Vragen tussendoor? Steek je hand op, dan kom ik langs.
4. Eerder klaar? Ga dan verder met Xantiplus op pagina 65
timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Square

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Korte pauze
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Op het moment dat een onderneming een lening afsluit, ontstaat er een betalingsverplichting. We maken hierbij onderscheid tussen interest en aflossing. Bij interest kan er zowel sprake zijn van interestkosten als interestuitgaven. Bij aflossing is er alleen sprake van …(1)… Er is namelijk sprake van een verandering van het …(2)...

Als de interest per kwartaal, halfjaar of jaar achteraf wordt betaald, ontstaan er (grote) verschillen tussen uitgaven en kosten. De verschillen worden op de balans bijgehouden onder de overlopende post …(3)…
A
1 = uitgaven, 2 = vreemd vermogen, 3 = vooruitbetaalde interest
B
1 = kosten, 2 = vreemd vermogen, 3 = nog te betalen interest
C
1 = kosten, 2 = eigen vermogen, 3 = vooruitbetaalde interest
D
1 = uitgaven, 2 = vreemd vermogen, 3 = nog te betalen interest

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De volgende informatie is gegeven voor een lening:

- Per 31 december 2023 bedraagt de restschuld € 150.000
- Interest: 2,25% per kwartaal
- Op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober van elk jaar wordt de interest voor een kwartaal vooruitbetaald.
- Er wordt jaarlijks op 1 januari € 5.000 afgelost.

Bereken de interestkosten in het tweede kwartaal van 2025.
A
€ 1.050
B
€ 1.087,50
C
€ 3.150
D
€ 3.262,50

Slide 16 - Quiz

Op 1 januari 2024 wordt er € 5.000 afgelost. De restschuld bedraagt dan dus nog 150.000 - 5.000 = € 145.000
Op 1 januari 2025 wordt er weer € 5.000 afgelost. De restschuld bedraagt dan dus nog 145.000 - 5.000 = € 140.000
De interestkosten in het tweede kwartaal van 2025 zijn gelijk aan: 0,0225 x 140.000 = € 3.150
De volgende informatie is gegeven met betrekking tot de aanschaf van een nieuwe laptop:
- MacBook Pro 16 inch 32‑core GPU: € 3.872 inclusief 21% btw
- Installatiekosten: € 0
- Geschatte restwaarde: € 500 exclusief 21% btw
- De laptop gaat 15 jaar mee en levert 6 jaar winstgevende prestaties
- Er wordt afgeschreven met jaarlijkse gelijke bedragen.

Bereken de maandelijkse afschrijvingskosten van de laptop.
A
€ 450
B
€ 562
C
€ 46,83
D
€ 37,50

Slide 17 - Quiz

De jaarlijkse afschrijvingskosten zijn gelijk aan (aanschafprijs - restwaarde) / economische levensduur. Alle bedragen exclusief btw.
Jaarlijkse afschrijvingskosten: (3.872 / 1,21 - 500) / 6 = € 450
Maandelijkse afschrijvingskoten: 450 / 12 = € 37,50
Oefenen met opdrachten
Ga aan de slag met de volgende opdrachten:
1. Brughel: pagina 80
2. Lado: pagina 84
3. Macho en Mudde: 87

Ik loop rond om te helpen met vragen. Je kunt de opgaven zelf nakijken met het antwoordenboek in Cumulus.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stel je zelf de vraag:
Welk cijfer geef ik mijn voorkennis waarmee ik volgende week aan het nieuwe hoofdstuk 'de eindbalans' ga beginnen?
-110

Slide 19 - Poll

This item has no instructions