What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Anticoagulantia
Anticoagulantia
PdJ
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Anticoagulantia
PdJ
Slide 1 - Slide
Wat weet je nog van de vorige les over medicijnen?
Slide 2 - Slide
Aan het eind van de les kun je vertellen:
Wat voor soort medicijnen het zijn
Welke soorten er zijn
Wat de verschillen zijn
Wat zijn je eigen leervragen over anticoagulantia?
Slide 3 - Slide
Wat weet je al van anticoagulantia?
Slide 4 - Mind map
Soorten anticoagulantia
Vitamine K antagonisten VKA's
Direct werkende orale anticoagulantia DOAC's
Trombocytenaggregatieremmers TCA
Heparinen
Trombolytica.
Slide 5 - Slide
1. Vitamine K antagonisten VKA's
Dosering afhankelijk van INR, inname om 18 uur
De werking van acenocoumarol houdt enkele dagen aan
De werking van fenprocoumon houdt tot twee weken aan
Bij te hoge INR: vit. K.
Slide 6 - Slide
2. Direct werkende orale anticoagulantia DOAC's
Blokkeert de werking van trombine
Normdosering, dagelijks hetzelfde
Minder bijwerkingen dan VKA's
Bij overdosering, moeilijk te couperen.
Slide 7 - Slide
3. Trombocytenaggregatieremmers
Gaat klontering trombocyten tegen
Acetylsalicylzuur en clopidogrel.
Slide 8 - Slide
4. Heparinen
Wordt profylactisch toegepast, postoperatief
Subcutaan toedienen.
Slide 9 - Slide
5. Trombolytica
Beinvloeden hechting trombocyten aan vaatwand
Bv. bij acuut coronair syndroom
Klinische parenterale toediening.
Slide 10 - Slide
VKA
DOAC
Trombocytenaggregatieremmer
Heparine
Trombolytica
Slide 11 - Drag question
Een zorgvrager heeft een heupoperatie ondergaan. Welke anticoagulantia krijgt zij hoogstwaarschijnlijk?
A
Acenocoumarol
B
Acetylsalisylzuur
C
Clopidogrel
D
Fraxiparine
Slide 12 - Quiz
Hoe dien je DOAC's toe?
A
Intramusculair
B
Intraveneus
C
Subcutaan
D
Oraal
Slide 13 - Quiz
Een zorgvrager gebruikt acenocoumarol. Op welke tijd moet je dit hoogstwaarschijnlijk geven?
A
8 uur (nuchter)
B
9 uur (na het ontbijt)
C
18 uur
D
22 uur (voor de nacht)
Slide 14 - Quiz
Hoe dien je fragmin toe?
A
Intramusculair
B
Intraveneus
C
Subcutaan
D
Oraal
Slide 15 - Quiz
Wat heb je geleerd over deze medicijnen?
Slide 16 - Mind map
Vertel in eigen woorden:
Wat voor soort medicijnen het zijn
Welke soorten er zijn
Wat de verschillen zijn
Wat zijn nu je leervragen over anticoagulantia?
Meer weten: bekijke de video van juf Danielle.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Welk cijfer geef je deze les?
1
10
Slide 19 - Poll
More lessons like this
Anticoagulantia
January 2024
- Lesson with
30 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
CVRM GMK les 6 bloedstolling
March 2023
- Lesson with
29 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
CVRM geneesmiddelenkennis antistolling
March 2023
- Lesson with
15 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
Bloed stolling les week 4/5
September 2024
- Lesson with
37 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 4
CVRM geneesmiddelenkennis bloedstolling les 5
March 2021
- Lesson with
24 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
Bloedstolling
February 2022
- Lesson with
32 slides
Farmaceutische patiëntenzorg
MBO
Studiejaar 2
Les 4. Bloedstolling
October 2022
- Lesson with
37 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
BOL 4.1 MK - Bloed en stolling
September 2022
- Lesson with
36 slides
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie
MBO
Studiejaar 3