What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spreekwoorden en gezegden
timer
8:00
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
timer
8:00
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van de les:
kun je uitleggen wat spreekwoorden en gezegden zijn;
kun je verwoorden wat figuurlijk taalgebruik is.
Slide 2 - Slide
Spreekwoorden
- Altijd een zin met een wijze les
- Advies geven
- Niet geschoten, is altijd mis
- Een sloddervos zijn
Slide 3 - Slide
Gezegden
- Geen wijsheid
- Geen werkwoord, geen hele zin
- Figuurlijk
- Appeltje-eitje
Slide 4 - Slide
Welke spreekwoorden heb je gevonden?
Slide 5 - Mind map
Wat is letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Slide 6 - Open question
1
Slide 7 - Video
01:42
Nu je dit filmpje hebt gezien, wat is volgens jou dan letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Slide 8 - Open question
Figuurlijk betekent dat je met woorden iets anders bedoelt dan je letterlijk zegt.
Letterlijk betekent dat je met woorden precies zegt wat je bedoelt.
Slide 9 - Slide
Met de gebakken peren zitten.
A
Iets belangrijks, een kans mislopen.
B
Iets zeggen wat men niet had moeten zeggen.
C
Met de vervelende gevolgen van iets blijven zitten.
Slide 10 - Quiz
Daar komt de aap uit de mouw.
A
Een leugen komt altijd uit.
B
Het wordt duidelijk hoe iets zit.
C
Men moet niet uitgaan van succes als iets nog mis kan gaan.
Slide 11 - Quiz
De appel valt niet ver van de boom.
A
Dat je veel appelbomen in je tuin hebt staan.
B
Zonder toezicht doet men waar hij zin in heeft.
C
Een kind lijkt op 1 van de ouders.
D
Elke week moet je appels plukken.
Slide 12 - Quiz
Het gaat niet over rozen.
A
Er heerst aldoor armoede.
B
Het gaat gepaard met problemen, het gaat niet probleemloos.
C
Iets belangrijks, een kans mislopen.
Slide 13 - Quiz
Uit de hand lopen.
A
Te ver gaan.
B
Zich scherp en vinnig verweren.
C
Erg lang duren.
Slide 14 - Quiz
De hand dicht mogen knijpen.
A
Overal tegenin gaan, dwars zijn.
B
Heel blij en dankbaar mogen zijn voor iets.
C
Genoegdoening krijgen.
Slide 15 - Quiz
Onder één hoedje spelen.
A
Samenspannen, samenzweren.
B
Een leugen komt altijd uit.
C
Armoede die niet opvalt.
Slide 16 - Quiz
Wat zijn spreekwoorden en gezegden?
Slide 17 - Open question
Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Slide 18 - Open question
More lessons like this
Spreekwoorden en gezegden
May 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spreekwoorden en gezegden
November 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spreekwoorden en gezegden
April 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spreekwoorden en gezegden
June 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spreekwoorden en gezegden
January 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 1 - Letterlijk en figuurlijk
November 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Spreekwoorden en gezegden
January 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Figuurlijke betekenis
April 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1