De lijdende en bedrijvende vorm

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Doelen:

- Ik weet wat een bedrijvende en een lijdende zin is


- Ik kan een bedrijvende zin omzetten in een lijdende zin en

   omgekeerd

Slide 3 - Slide

Kijk eens naar de volgende zinnen:

a. De man koopt een computer


b. De computer wordt door de man gekocht


Wat valt je op?

Slide 4 - Slide

De bedrijvende vorm

a. De man koopt een computer


- Deze zin is actief

- In zin a staat een werkwoordelijk gezegde, een onderwerp en

   een lijdend voorwerp

Slide 5 - Slide

De lijdende vorm

b. De computer wordt door de man gekocht (passief)

- Er veranderen dan drie dingen:
1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint

     met door.
3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord

     worden  te staan.

Slide 6 - Slide

Let op!

- In welke tijd de zin staat

  1. De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)
    De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)
  2. De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
    De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)
  3. De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
    De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is worden)
OTTJan slaat de hond.De hond wordt door Jan geslagen.
OVTJan sloeg de hondDe hond werd door Jan geslagen.
OTTTJan zal de hond slaan.De hond zal door Jan worden geslagen.
OVTTJan zou de hond slaan.De hond zou door Jan worden geslagen.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is zijn)
VTTJan heeft de hond geslagen.De hond is door Jan geslagen.
VVTJan had de hond geslagen.De hond was door Jan geslagen.
VTTTJan zal de hond hebben geslagen.De hond zal door Jan zijn geslagen.
VVTTJan zou de hond hebben geslagenDe hond zou door Jan zijn geslagen.

Slide 9 - Slide

Even oefenen

Je krijgt zinnen te zien die of in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan.

Let op! Je hebt 10 sec om te antwoorden!

Slide 10 - Slide

Hij zal waarschijnlijk de iPhone X kopen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

De auto is door de man gekocht.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 12 - Quiz

Je moet hem niet zo plagen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 13 - Quiz

Mijn jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 14 - Quiz

Hij keek door het zolderraam naar buiten.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 15 - Quiz

lees de uitleg op blz.73
Maak opdracht 2 en 3 op blz. 74

Slide 16 - Slide