GMK P1.2 - Les 3 Corticosteroïden

Welke soorten pijn ken je?
1 / 31
next
Slide 1: Open question
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welke soorten pijn ken je?

Slide 1 - Open question

Wat voor een soort behandeling het die met pijnstillers?
A
Causaal
B
Profylaxe
C
Suppletie
D
Symptomatisch

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen paracetamol en NSAID?
A
Zelfde effect, NSAID werkt sterker
B
Zelfde effect, paracetamol werkt sterker
C
Paracetamol is ontstekingsremmend, NSAID niet
D
NSAID is ontstekingsremmend, paracetamol niet

Slide 3 - Quiz

Bij welk middel is het advies om bij risicogroepen een maagbeschermer toe te voegen?
A
Naproxen
B
Oxycodon
C
Fentanyl
D
Paracetamol

Slide 4 - Quiz

Wanneer treedt het pijnstillend en ontstekingsremmend effect in van naproxen?
A
Pijnstillend na paar uur Ontstekingsremmend na paar dagen
B
Pijnstillend na paar dagen Ontstekingsremmend na paar uur na paar dagen
C
Pijnstillend en ontstekingsremmend na paar uur
D
Pijnstillend en ontstekingsremmend na paar dagen

Slide 5 - Quiz

Welke bijwerkingen treden veel op bij opiaten, zoals fentanyl en oxycodon?
A
Misselijkheid en verstopping
B
Kans op maagzweer
C
Huiduitslag en allergische reactie
D
Droge mond en hoofdpijn

Slide 6 - Quiz

Welk middel wordt vaak toegevoegd als iemand oxycodon gebruikt?
A
Bloeddrukverlager hydrochloorthiazide
B
Diarreeremmer loperamide
C
Laxeermiddel lactulose
D
Maagbeschermer pantoprazol

Slide 7 - Quiz

Waarmee kan neuropathische pijn behandeld worden?
A
Diclofenac
B
Paracetamol
C
Pregabaline
D
Tramadol

Slide 8 - Quiz

Welk woord past in de zin? Sleep de woorden naar de juiste plek.
1. Een ________________  heeft als bijwerking verstopping.
2. Pijn in de zenuwen heet  _______________________ .
3. Bij licht tot matige pijn worden ________________ gebruikt
4. Ibuprofen kan als bijwerking een _____________ geven
5. Bij zenuwpijn worden de volgende middelen gebruikt __________________
timer
1:00
anti-psychotica
paracetamol of NSAIDs
Opiaat
Maagzweer
neuropathische pijn
anti-epileptica
antidepressiva
Obstipatie
Oncologische pijn

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is de bijnaam van cortisol
(een corticosteroïde)
A
Gelukshormoon
B
Beloningsstofje
C
Stress-hormoon
D
Kalmeringsstofje

Slide 13 - Quiz

Wat is het effect van corticosteroïden?
A
Pijnstillend en ontstekingsremmend
B
Pijnstillend en koortsverlagend
C
Ontstekingsremmend en remming afweersysteem
D
Verhoging bloedsuiker en betere afweerreactie

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat is een kenmerk van corticosteroïden?
A
Gebruikt bij hoge bloeddruk
B
Gebruikt bij pijn
C
Gebruikt bij eczeem
D
Gebruikt bij diabetes

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat is een corticosteroïde?
A
Paractamol
B
Prednisolon
C
Voltaren
D
Amoxicilline

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is geen toedieningsvorm waarin corticosteroïden beschikbaar zijn?
A
Oogdruppels
B
Klysma
C
Inhalator
D
Nasaal

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Hoelang is een stootkuur meestal?
A
1 dag
B
1 week
C
1 maand
D
continu gebruik

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat is geen kenmerk van tracheale corticosteroïden?
A
Heet ook wel inhalatiecorticosteroïden (ICS)
B
Gebruikt als luchtwegverwijder
C
Werkt pas na een paar weken
D
Na gebruik mond spoelen ivm schimmelinfectie en heesheid

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Bij welke aandoening wordt een neusspray met mometason gebruikt?
A
COPD
B
Eczeem
C
Hooikoorts
D
Verkoudheid

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is belangrijk bij dermacorticosteroïden, zoals hydrocortison?
A
Bij kinderen dikker smeren
B
Nooit gebruiken met een basiscreme
C
Met lage dosis beginnen, daarna ophogen
D
Gebruiken in de laagst effectieve dosering

Slide 29 - Quiz

Welk woord past in de zin? Sleep de woorden naar de juiste plek.
1. De ernstigste bijwerkingen van corticosteroïden zijn bij _____________ werking

2. Corticosteroïden werken  _______________________ .
3. Fluticason in een inhalator is een ________________
4. Prednisolon kan gebruikt worden bij _____________ 
5. Corticosteroïden voor  _____________ worden ingedeeld in klasse 1 t/m 4
timer
1:00
lokale
ontstekingsremmend
COPD
op de huid
dermacorticosteroïde
pijnstillend
in de longen
inhalatiecorticosteroïde
systemische

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Slide