This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
klas 1 - 3 november
Slide 1 - Slide
lezen
huiswerk nakijken H8
fictie H9
Slide 2 - Slide
Fictie
Met fictie worden verzonnen verhalen bedoeld.
Ze zijn bedacht door een verteller of schrijver en hebben als doel om je te amuseren.
Slide 3 - Slide
Realistische fictie en niet-realistische fictie
Realistische fictie: is verzonnen, maar kan in werkelijkheid wel echt gebeuren.
Voorbeeld: "Oorlogswinter"
Niet-realistische fictie: kan in werkelijkheid niet gebeuren. Voorbeeld: "Harry Potter"
Slide 4 - Slide
klas 1 - 21 november
lezen
huiswerk nakijken
Slide 5 - Slide
Genres
Bij leesboeken kun je verschillende verhaalsoorten onderscheiden. Deze verhaalsoorten worden ook wel genres genoemd.
Slide 6 - Slide
Genres
In de bibliotheek kun je vaak aan het rugetiket van het boek zien tot welke genre deze behoort. Je ziet bijvoorbeeld de afbeeldingen zoals hier rechts.
Sommige boeken kunnen wel bij twee soorten genres horen.
Bijvoorbeeld de Donald Duck. Dit zou je een dierenverhaal, maar ook een humoristisch verhaal kunnen noemen
Slide 7 - Slide
Genres herkennen
Detective – oplossen van een misdaad
Griezelverhaal – enge dingen en vreemde wezens
Psychologisch verhaal – nadruk op innerlijk van personage
Sciencefiction – in toekomst of in ruimte (niet realistisch)
Slide 8 - Slide
soort verhaal, bijv. een griezelverhaal of verhaal over geschiedenis.
je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt
de personen in een verhaal maken dingen mee die in het echt ook kunnen gebeuren
Realistisch
Inleven
Genre
Slide 9 - Drag question
Van welke genres heb je wel eens een boek gelezen?
Slide 10 - Open question
Wat is fictie?
A
waargebeurde verhalen
B
verzonnen verhalen
C
korte verhalen
D
niet-verzonnen verhalen
Slide 11 - Quiz
Wat zijn genres?
A
een tijdssprong in het verhaal
B
een mening
C
een beoordelingswoord
D
een bepaald soort boek
Slide 12 - Quiz
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 17 oktober
Huiswerk: maken opdr. 9 t/m 14 (p. 37) + leren p. 34 en 38