3. Gesprek voeren met leidinggevende

Effectief communiceren met je leidinggevende

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je effectief communiceren met je leidinggevende en weet je hoe je een gesprek kunt voorbereiden.

Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten kunnen verwachten te leren.

Wat weet je al over het voeren van een gesprek met je leidinggevende?

De voorbereiding

Bereid je voor door het doel van het gesprek te bepalen, je onderwerpen te organiseren en relevante documenten te verzamelen.

Leg uit waarom voorbereiding belangrijk is en geef praktische tips over hoe studenten zich kunnen voorbereiden.

Openen van het gesprek

Begin het gesprek met een groet en stel het doel van het gesprek voor.

Leg uit hoe studenten het gesprek kunnen openen en waarom dit belangrijk is.

Actief luisteren en vragen stellen

Luister actief naar de leidinggevende en stel vragen om verduidelijking en begrip te krijgen.

Leg uit wat actief luisteren is en waarom het belangrijk is.

Het geven van feedback

Geef duidelijke en beknopte feedback op de besproken onderwerpen en stel oplossingen voor.

Leg uit wat feedback is en waarom het belangrijk is. Geef praktische tips over hoe studenten feedback kunnen geven.

Afsluiten van het gesprek

Vat de besproken onderwerpen samen en stel eventuele vervolgstappen voor.

Leg uit hoe studenten een gesprek kunnen afsluiten en waarom dit belangrijk is.

Oefening

Voer een rollenspel uit waarin studenten oefenen met het voeren van een gesprek met hun leidinggevende.

Geef instructies voor het rollenspel en zorg ervoor dat studenten feedback geven aan elkaar.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.