les 1 thema 2 (ma)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
-Terugblik repetitie en extra 0,5 punt.   
-Uitleg thema 2
-Uitleg leerdoelen deze week.   
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Slide

De toets
-Welke vragen had je wel en welke had je niet verwacht?
-Wat ga je bij de volgende toets anders doen?

Resultaten: 
Gem:  5,9 
hoogste: 7 (met o,5)
laagste: 4,4 (zonder 0,5)
Nog 1 (2?) x inhaal (daarna mag je de toets inmzien)   (2 x onv)  
Maar 4 mensen extra punt omdat alle opdrachten uit het (digi)boek serieus waren gemaakt
Wanneer inhaal ?? (Hayden, Joe??)

Slide 3 - Slide

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.

Slide 4 - Slide

-Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen. 
Wat is het verschil tussen voedingsstof en voedingsmiddel?

En wat bedoelen we met functies van voedingsstoffen?

Slide 5 - Slide

voedingsmiddelen
Alles wat je eet en/of drinkt noem je voedingsmiddelen.

Dit kan plantaardig zijn (van planten) of dierlijk (van dieren).

Slide 6 - Slide

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 7 - Slide

Yoghurt is een
A
Plantaardig voedingsmiddel
B
Dierlijk voedingsmiddel

Slide 8 - Quiz

Eieren
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 9 - Quiz

Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 10 - Quiz

plantaardig
dierlijk
biefstuk
rijst
eieren
appel
sojamelk

Slide 11 - Drag question

voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn de bruikbare stoffen uit  onze voeding die ons lichaam opneemt (komt dus via de darmen in ons bloed).

De voedingsstoffen hebben vier  verschillende functies in ons lichaam.

Er zijn 6 voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines.  (Bekijken we later in basisstof 2)
Brandstof
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof


Slide 12 - Slide

brandstoffen
Leveren energie.

In thema 1 heb je geleerd dat brandstoffen nodig zijn voor verbranding en dat bij de verbranding energie ontstaat.

Die energie is nodig in heel je lichaam.

Slide 13 - Slide

bouwstoffen.
Nodig voor groei en ontwikkeling.
zorgen ook voor herstel bij beschadigen (wondjes bijvoorbeeld)

Bouwstoffen maken dus nieuwe cellen en weefsels

Slide 14 - Slide

reservestoffen
Deze stoffen kunnen brandstoffen en bouwstoffen worden maar zijn nog niet meteen nodig. Deze worden dus opgeslagen in het lichaam.

Slide 15 - Slide

beschermende stoffen

"beschermen" het lichaam.

Ze helpen te voorkomen dat je  ziek wordt.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen:
-Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B1 van thema 2.
-Te maken: thema 2 basisstof 1 (2.1). 
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
De laatste 5 minuten doen we nog 3 vragen via lessonup. Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.
Je mag kiezen:
A: je maakt de opdrachten zelfstandig
B: je maakt de opdrachten in een groepje samen met mij (de docent)

Slide 17 - Slide

Wat wil je?
A
Ik maakt de opdrachten zelfstandig
B
Ik maakt de opdrachten samen met de docent

Slide 18 - Quiz

Afsluiting.
Volgende les verder met thema 2. (Boek A)

Nu nog 3 vragen en een dia met linkjes naar extra uitleg en oefenemateriaal. 



Slide 19 - Slide

Voedingsmiddel of voedingsstof?
appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 21 - Quiz

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 22 - Quiz

Sleep de beschrijving naar het juiste begrip.
1. beschermde stoffen
2. bouwstoffen
4. reservestoffen
3. brandstoffen
A. een tekort hieraan kan ziekte veroorzaken
B. leveren energie
C. nodig om cellen en weefsels op te bouwen
E. worden opgeslagen voor later gebruik

Slide 23 - Drag question

Pak nu je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 24 - Slide