H14 Het oog par. 3

Het oog 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het oog 

Slide 1 - Slide

14.3 

Slide 2 - Slide

In tegenstelling van wat vaak wordt gedacht komt een stier niet af op een rode lap, maar juist op de beweging van de lap. Stieren (en koeien) zijn namelijk kleurenblind. Hoe kun je dat aan het oog zien?
A
Het oog heeft geen gele vlek.
B
Het oog heeft alleen maar staafjes.
C
Het oog heeft geen rode kegeltjes.
D
Het oog heeft geen blinde vlek.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Hoe heet de vlek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Gele vlek
B
Zwarte vlek
C
Blinde vlek
D
Onzichtbare vlek

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de gele vlek?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Lens

accomoderen


zorgt ervoor dat er een scherp beeld op het netvlies valt

Slide 9 - Slide

kringspier
aangespannen
geen trekkracht meer aan de lensbandjes -> lens wordt bol

kringspier ontspannen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Ad leest zijn boek zonder bril en als hij aan het autorijden is moet hij een bril op.
Welke oogafwijking heeft Ad en welke bril heeft hij op bij het autorijden?
A
Bijziend en + bril
B
Bijziend en - bril
C
Verziend en + bril
D
Verziend en - bril

Slide 12 - Quiz

Oudere mensen kunnen dikwijls alleen wanneer ze de krant met gestrekte armen voor zich houden, deze zonder bril lezen.

Welke van de genoemde veranderingen kan daarvan de oorzaak zijn?
A
het troebel worden van het hoornvlies
B
het troebel worden van de lens
C
het verminderen van de elasticiteit van de lens
D
het groter worden van de afstand tussen netvlies en lens

Slide 13 - Quiz

Waarlangs gaat het licht voordat je iets ziet?
A
Hoornvlies, pupil, glasachtiglichaam, netvlies
B
Hoornvlies, lens, glasachtiglichaam, vaatvlies
C
Hoornvlies, pupil, lens, glasachtiglichaam, netvlies
D
Lens, pupil, glasachtiglichaam, gele vlek

Slide 14 - Quiz

In het netvlies van een oog van een inktvis liggen de zintuigcellaag en de zenuwcellaag, vergeleken met de ligging in het netvlies van een menselijk ook, in omgekeerde volgorde. Wat zal als gevolg hiervan bij een inktvisoog ontbreken?
A
de blinde vlek
B
de gele vlek
C
het vaatvlies
D
de pigmentlaag

Slide 15 - Quiz

Welke van de volgende beweringen over de oogvliezen is juist?
A
het harde oogvlies gaat aan de voorkant van het oog over in het regenboogvlies
B
het hoornvlies is de doorzichtige voorzijde van het harde oogvlies
C
de iris is het gekleurde deel van het netvlies
D
de pupil is een opening in het hoornvlies

Slide 16 - Quiz

Iemand is schorsblind als
A
het netvlies van het oog zo ernstig beschadigd is dat het geen lichtprikkels meer kan opvangen
B
de oogzenuwen door een ongeval niet meer functioneren, hoewel er aan de ogen zelf niets mankeert
C
het hoornvlies troebel is geworden
D
het primaire gezichtscentrum van de hersenen is uitgeschakeld

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

netvlies: licht wordt omgezet in een zenuw impuls
staafjes en kegeltjes
zintuigcellen, schakelcellen oogzenuw
staafjes
- lage drempelwaarde (schemer)
- zwart/wit
-onscherp beeld

kegeltjes
- hoge drempelwaarde
- kleur zien
- scherp beeld
- gele vlek

Slide 20 - Slide

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies

Slide 21 - Slide

niet geprikkelde staafjes en kegeltjes geven een constante  stroom neurotransmitter af -> constante impuls frequentie
pigment in de staafjes en kegeltjes valt uit elkaar en zorgt ervoor dat er even geen neurotransmitter wordt afgeven.
staafjes
- rodopsine


kegeltjes
- fotopsine

Slide 22 - Slide

 3 soorten kegeltjes
rood licht
groen licht
blauw licht
niet uit je hoofd leren, wel begrijpen

Slide 23 - Slide

kegeltjes
: scherper beeld
1 kegeltje per ganglion

staafjes: minder scherp
meerdere staafjes per ganglion

ganglion cellen
bipolaire cellen
glasachtig lichaam
naar de oogzenuw

receptief veld

Slide 24 - Slide

receptief veld

Slide 25 - Slide

chiasma
chiasma opticum

oogzenuwen "kruizen" en een deel van de zenuwen gaat naar de andere hersenhelft

afstand en diepte zien

Slide 26 - Slide