Extra opdracht: Zelf tekst schrijven

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2,3

Startklaar 

       

       Pak je Nederlandsboek 

       Pen en een potlood of ander kleurtje

       Log in op LessonUp

       Stop je telefoon in je zakje en in je tas.

      

Inleiding

Afgelopen lessen hebben we aandacht besteed aan Interpunctie.

Vandaag gaan jullie hier verder mee oefenen.

Leerdoelen

Aan het einde van de les heb je zelf een tekst geschreven waarbij je op de juiste plek hoofdletters en punten gebruikt.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Welke naam staat goed geschreven?

1. Karel Van Driebergen
2. Karel van driebergen
3. Karel van Driebergen

Hoofdletters

Hoofdletters gebruik je voor:

• Namen van personen, 
• Bedrijven, instellingen, 
• Merken, wetten, boeken, 
• Aardrijkskundige plaatsen, 
• Feestdagen en historische gebeurtenissen. 

Zinnen

Houd je zinnen zo kort mogelijk.

In iedere zin staat een persoonsvorm (werkwoord)

In iedere zin staat een onderwerp (wie voert het uit?)

Opdracht A

Stel jezelf voor in een tekst. Schrijf op:

• Hoe je heet
• Waar je geboren bent
• Waar je nu woont
• Wat je leuk vindt om te doen
• Welke religie jij aanhoudt 

Voorbeeld

Ik heet Brian.

(werkwoord=heet)

(onderwerp=Ik)

Ik ben geboren in België.

(werkwoord=ben)

(onderwerp=Ik)

Lesdoel:

Aan het einde van de les heb je zelf een tekst geschreven waarbij je op de juiste plek hoofdletters en punten gebruikt.

Opdracht A

Stel jezelf voor in een tekst. Schrijf op:

• Hoe je heet
• Waar je geboren bent
• Waar je nu woont
• Wat je leuk vindt om te doen
• Welke religie jij aanhoudt 

Opdracht B, C, D

Wissel je boek met een klasgenoot.

Schrijf je naam in zijn/haar boek

Lees opdracht A

Vul het formulier in.

Denk bij het nakijken aan het lesdoel!

Lesdoel:

Aan het einde van de les heb je zelf een tekst geschreven waarbij je op de juiste plek hoofdletters en punten gebruikt.

Opdracht E, F, G

Wissel je boek terug

Kijk naar het formuliertje. Schrijf op wat er goed ging

Schrijf ook op wat er beter kan

Afsluiting

Pak terug op de leerdoelen: hebben de leerlingen deze behaald?

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Wanneer gebruik je punten?

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Ben je blij met het resultaat?

😒🙁😐🙂😃