Klimaat quiz

De afstand van een plaats tot de evenaar noem je ...
A
diepteligging
B
hoogteligging
C
lengteligging
D
breedteligging
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De afstand van een plaats tot de evenaar noem je ...
A
diepteligging
B
hoogteligging
C
lengteligging
D
breedteligging

Slide 1 - Quiz

De poolstreken liggen op ...
A
hoge breedte
B
oosterlengte
C
lage breedte
D
gematigde breedte

Slide 2 - Quiz

Schuine zonnestralen ...
A
leggen een langere weg af door de dampkring
B
verwarmen een kleiner oppervlak
C
worden minder vaak weerkaatst
D
verwarmen de aarde niet

Slide 3 - Quiz

Een temperatuurzone op aarde noem je een ...
A
keerkring
B
natuurlandschap
C
luchtstreek
D
dampkring

Slide 4 - Quiz

In de tropen ...
A
is het een half jaar licht en een half jaar donker
B
vallen de zonnestralen meestal schuin
C
is dag en nacht ongeveer even lang
D
vind je de subtropen

Slide 5 - Quiz

Het aardoppervlak bestaat voor ...... % uit water
A
29
B
49
C
51
D
71

Slide 6 - Quiz

Land wordt ...... water
A
warmer dan
B
kouder dan
C
A en B zijn goed
D
A en B zijn fout

Slide 7 - Quiz

De temperatuur boven land verandert ...... boven zee
A
langzamer dan
B
sneller dan
C
A en B zijn goed
D
A en B zijn fout

Slide 8 - Quiz

Aflandige wind in de winter kan leiden tot ...
A
dooi
B
vorst
C
verkoeling
D
hittegolf

Slide 9 - Quiz

Als in Nederland de wind uit het westen komt, noem je dat een ...?
A
aflandige wind
B
oosten wind
C
aanlandige wind
D
landwind

Slide 10 - Quiz

Aflandige wind in de winter is warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Aanlandige wind in Nederland is westenwind
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 12 - Quiz

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke twee factoren bepalen vooral het klimaat?
A
Wind en Regen
B
Temperatuur en Wind
C
Temperatuur en Regen
D
Wind en Zee

Slide 14 - Quiz

In de winter zorgt wind vanuit zee voor ...
A
verkoeling
B
hogere temperatuur
C
eb
D
stijgingsregen

Slide 15 - Quiz

In de zomer zorgt wind vanuit zee voor ...
A
verkoeling
B
hogere temperatuur
C
vloed
D
aflandige wind

Slide 16 - Quiz

Plaatsen op dezelfde breedtegraad kunnen een verschillende gemiddelde temperatuur hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Als in Nederland de wind uit het westen komt, noem je dat een ...?
A
aflandige wind
B
oosten wind
C
aanlandige wind
D
landwind

Slide 18 - Quiz

Hoeveel graden daalt de temperatuur bij 2000 meter stijging in hoogte?
A
6 graden celcius
B
9 graden celcius
C
12 graden celcius
D
15 graden celcius

Slide 19 - Quiz

Hoe hoger de breedteligging, hoe warmer het wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

New York ligt op dezelfde breedtegraad (40NB) als Madrid. Waarom is het weer in NY anders?
A
Door de zeestromen
B
door gebergte
C
door de breedteligging
D
Door de aflandige wind

Slide 21 - Quiz

Bij de evenaar is de invalshoek van de zon
A
klein
B
groot

Slide 22 - Quiz

Het is nooit boven 10°C op Groenland omdat:
A
Er geen bomen groeien
B
De invalshoek van de zon heel schuin is
C
De zon loodrecht staat boven Groenland
D
De Inuit het graag koud hebben

Slide 23 - Quiz

Waar is de invalshoek van de zon het grootst?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Evenaar
D
Zuidpool

Slide 24 - Quiz

Als er geen wind- en zeestromen zouden zijn, waar zou het dan warmer worden?
A
De Noordpool
B
De Evenaar
C
Landinwaarts
D
Gematigde breedten aan zee

Slide 25 - Quiz