2. Ethiek: Kant en Mill

Ethiek
ETHIEK
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ethiek
ETHIEK

Slide 1 - Slide

Ethische optiek
Wanneer je ethisch naar iets gaat kijken dan kijk je naar  de menswaardigheid van ons handelen:
menswaardig betekent met respect voor onze menselijkheid

Wat is het juiste handelen; welke keuze(s) 
moet ik maken?

De vraag naar het juiste (menswaardige) handelen kun je heel verschillend beantwoorden. Want wat is eigenlijk menswaardig te noemen?







Slide 2 - Slide

Ethische theorieën
Omdat we niet een gemeenschappelijk idee hebben over wat wel en niet menswaardig handelen is, bestaan er nogal wat verschillende meningen over. 

Want wat is menswaardig handelen nou eigenlijk precies? Wat doe je wel of juist niet?

Slide 3 - Slide

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 4 - Quiz

Ethische theorie 1: Gevolgenethisch handelen
John Stuart Mill
- Je handeling is ethisch juist (menswaardig) te noemen wanneer deze voor zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk geluk/voordeel oplevert.
- Je maakt een balans op van de gevolgen die jouw keuze heeft.
- De gevolgen van jouw handelen bepalen dus achteraf of dit ook een ethisch juiste keuze is geweest.

Maar waar ligt dan de grens? Wie bepaalt welk soort geluk er moet gelden? Bepaalt de meerderheid altijd wat er dan gebeurt?

Slide 5 - Slide

Ethische theorie 2: Beginselethisch handelen
Immanuel Kant
- Je handeling is ethisch juist (menswaardig) te noemen wanneer deze uit plichtsbesef gebeurt.
- Niet het gevolg van je keuze moet menswaardig zijn, maar de intentie waarmee je deze keuze hebt gemaakt.
- Het gaat er om dat je bewust het juiste doet: dat je altijd handelt om de waardigheid van de mens te bewaren.

Maar wordt er dan wel rekening gehouden met omstandigheden en emoties? En als je weet dat de gevolgen ethisch juist zijn, maar je moet daarvoor je principes (beginselen) opzij zetten?

Slide 6 - Slide

2 principes als basis voor moreel handelen (categorische imperatief)
1. Handel altijd zo, dat wat jij besluit te doen, in dezelfde situaties door alle mensen gedaan moet kunnen worden
2. Handel bij alles wat je doet zo, dat de mens altijd een doel is en nooit een middel

Slide 7 - Slide

Volgens de ethiek van Kant, wie bepaalt wat goed/slecht is?

Slide 8 - Open question

Kant's kritiek op doelethiek

Doelethiek richt zich op de gevolgen van een handeling.

Gericht zijn op gevolgen of doel is vorm van egoisme.


Bv. : voor een goed en prettig leven hebben we een huis, lekker eten, een vriendenkring etc. nodig. 

Omdat we dingen prettig vinden, denken we dat het moreel goed is om ernaar te streven.

Slide 9 - Slide

Kant
Utilisme
Waarde van de enkeling
Nut voor zoveel mogelijk mensen
Doelethiek
plichtethiek
Geluk
Moreel juist handelen

Slide 10 - Drag question

Welke zienswijze zou jij kiezen?
A
Kant
B
Utilisme
C
Zorgethiek
D
Iets anders

Slide 11 - Quiz

Onderbouw je keuze uit de vorige slide

Slide 12 - Open question

Doe voor een ander wat jij wilt dat hij voor jou doet
A
Eens
B
Oneens

Slide 13 - Quiz

Stelling: De mens is altijd belangrijker dan het doel
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quiz

Stelling: Een jong kind die Corona heeft, heeft meer recht op hulp dan een oudere met Corona
A
Eens
B
Oneens

Slide 15 - Quiz

Stelling: De overheid zou meer na moeten denken over de economische gevolgen van Corona
A
Eens
B
Oneens

Slide 16 - Quiz

Stelling: Een mens opofferen ten gunste van het doel moet kunnen
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quiz

Stelling: Zorg is de meest fundamentele kenmerk van ons menszijn
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Opdracht
  •  Je hebt nu vier ethische theorieën gehad: hedonisme en utilisme als vormen van doelethiek en Mill en Kant. 
  • Schrijf een A4 over welke vorm van ethiek volgens jou de best mogelijke wereld op levert. Leg daarbij uit: wat volgens jou de best mogelijke wereld is, wat de vier ethische theorieën inhouden en welke van de vier het meest zal leiden tot de best mogelijke wereld die jij hebt beschreven. 

Slide 19 - Slide