This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Herhaling BS 1 t/m 5
Leerdoel
Theorie
vragen stellen
Quiz
Slide 1 - Slide
Thema Gedrag
Alles over gedrag bij mens en dier
Slide 2 - Slide
Wat is gedrag?
Respons: reactie op de prikkel.
Ethologie: studie naar gedrag.
Etholoog: iemand die gedrag bestudeert.
Ethogram: beschrijvingen van handelingen.
Protocol: Opsomming van de handelingen tijdens het onderzoek.
Slide 3 - Slide
Gedrag in kaart brengen
Ethogram - kwalificeren = wat doet het dier
Protocol - kwantificeren = hoe vaak doet het dier iets
Slide 4 - Slide
Gedragsketen
Slide 5 - Slide
Sleutelprikkels
Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels.
Slide 6 - Slide
Een supranormale prikkel wekt een sterkere respons op
Slide 7 - Slide
Welk gedrag hoef je niet te leren?
Baby's en jonge dieren kunnen meteen nadat ze geboren zijn als zuigen. Dit is aangeboren gedrag.
Aangeboren gedrag bestaat uit:
1. Reflexen: zoals de zuig- en slikreflex. 2. Erfelijk gedrag of instinctief gedrag: zoals het spergedrag bij vogels.
Dankzij aangeboren gedrag kunnen jonge dieren meteen na de geboorte overleven.
Slide 8 - Slide
Manieren van leren
Slide 9 - Slide
Inprenten
In de eerste weken leren jonge dieren en baby's wie hun ouders zijn.
Baby's herkennen binnen 2 dagen de geur van hun moeder.
Een jonge eend dat uit zijn ei komt, leert direct de vorm en geluiden van zijn moeder herkennen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Gewennen
Mensen en dieren leren om niet op alle prikkels te reageren.
Vogels leren bijvoorbeeld dat vogelverschrikkers geen gevaar vormen. Ze zullen er dan niet meer op reageren.
Slide 12 - Slide
Trial and error
Leren met 'vallen en opstaan'.
Door uitproberen leren dieren bijvoorbeeld wat wel en niet eetbaar is.
Trial and error heet ook wel proefondervindelijk leren.
In het plaatje hiernaast zie je ook een voorbeeld van trial and error.
Slide 13 - Slide
Conditioneren
Leren door een verband te leggen tussen het gedrag en het gevolg daarvan.
De hond hiernaast heeft geleerd dat hij een beloning krijgt wanneer hij een trucje laat zien (op zijn achterpoten zitten), wanneer de baas dit vraagt.
Gedrag: op zijn achterpoten zitten. Gevolg: Beloning (snoepje en vriendelijke woorden).
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Hoe wordt gedrag veroorzaakt
Erfelijke factoren (nature)
Aangeleerd (nurture)
Slide 17 - Slide
Sociaal gedrag
Territoriumgedrag
Dreiggedrag
Aanvalsgedrag
Vluchtgedrag
Baltsgedrag
Broedzorg
Imponeergedrag
Slide 18 - Slide
Territoriumgedrag
Het mannetje verdedigt een gebied, zijn territorium, tegen binnendringende soortgenoten.
Slide 19 - Slide
territorium gedrag
Aanvalsgedrag: Ter verdediging van eigen territorium
Vluchtgedrag:Vaak vlucht de uitdager, of de verliezer van het gevecht
Dreiggedrag:gedrag dat vaak wordt laten zien bij de grens van een territorium
Slide 20 - Slide
Baltsgedrag
Slide 21 - Slide
Broedzorg
Het verzorgen van de eieren en jongeren.
Meestal alleen het vrouwtje of het mannetje
Sommige diersoorten doen het samen.
Slide 22 - Slide
Imponeergedrag
Gedrag waarbij een dier zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maakt.
Slide 23 - Slide
Dominantie/hierarchie/ pikorde
De sociale rang van elk lid in sociale groep
Bepaalt het recht van elk dier op voedsel
Slide 24 - Slide
Gedrag bij de mens
Veel menselijk gedrag is ontstaan door leerprocessen.
Verbalen en non-verbale communicatie
Normen en waarden
Rolpatronen
Slide 25 - Slide
Normen en waarden
Mensen hebben beter ontwikkelde grote hersenen dan de meeste diersoorten. Hierdoor kunnen mensen nadenken over hun gedrag en hierover oordelen: goed of slecht.
Mensen hebben normen en waarden voor hun gedrag ontwikkeld.
Waarden geven aan wat mensen belangrijk vinden. Normen zijn de gedragsregels die bij een waarde horen.
Je leert wat er van jou verwacht wordt in het gezin, op school en later in de maatschappij.
Slide 26 - Slide
Rolpatronen
Bij mensen is er ook altijd een bepaald rolpatroon.
Dit zijn alle gedragingen die bij een rol horen. Bijvoorbeeld de rol van ouder, docent of kind.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
check leerdoelen...
Slide 29 - Slide
Wat is ethologie?
A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen
Slide 30 - Quiz
Slapen is gedrag?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quiz
Als gedrag ontstaat door te leren is dat aangeboren gedrag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Een baby zuigt melk bij de moeder. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 33 - Quiz
Een hond die op commando een poot geeft. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 34 - Quiz
Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
sociaal gedrag
Slide 35 - Quiz
Gedrag wordt veroorzaakt door?
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendig als uitwendige prikkels
Slide 36 - Quiz
Een prikkel dat altijd voor gedrag zorgt noemen wij een ......
A
prikkel
B
Sleutelprikkel
C
supranormale prikkel
D
signaal
Slide 37 - Quiz
Dit gedrag komt tot stand door
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
beide antwoorden zijn juist
D
beide antwoorden zijn omjuist
Slide 38 - Quiz
Wat is een protocol?
A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort