This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
- répéter voca A + B + C + D + l'alphabet
- corriger texte F
- expliquer grammaire H
- bron G
Slide 2 - Slide
vertaal: Hij basketbalt
A
faire du basket
B
il fais du basket
C
il fait du basket
D
il font du basket
Slide 3 - Quiz
vertaal naar het Frans: Jij wilt fietsen.
Slide 4 - Open question
vertaal: le rêve
A
de speler
B
de droom
C
het spel
D
het doelpunt
Slide 5 - Quiz
vertaal: De wedstrijd is belangrijk
Slide 6 - Open question
l'alphabet
In tekst F hebben jullie geleerd dat sommige letters in het alfabet anders worden uitgesproken dan in het NL. Ik spel een aantal woorden, jij moet raden welk woord het is.
Slide 7 - Slide
Vertaal de zin: Wat is je lievelingssport?
Slide 8 - Open question
Vertaal de zin: Houd je ook van paardrijden?
Slide 9 - Open question
Vertaal: Ik heb maandag een basketbalwedstrijd.
Slide 10 - Open question
Bron H
passé composé
=
voltooide tijd
Slide 11 - Slide
Le passé composé
De voltooid tegenwoordige tijd
Ik heb gekeken, jij hebt gekeken, wij hebben gekeken
J'ai regardé, tu as regardé, nous avons regardé
Slide 12 - Slide
De voltooide tijd - NL
ik heb gewerkt
Wat hebben we nodig?
- een onderwerp
- een hulpww
- een voltooid dw.
Slide 13 - Slide
le passé composé - FR
Il a travaillé
Wat hebben we nodig?
- een onderwerp
- een hulpww
- een voltooid dw.
Slide 14 - Slide
Onderwerp
ik - je
jij - tu
hij - il
zij - elle
wij - nous
jullie/u - vous
zij - ils/elles
Slide 15 - Slide
hulpww avoir
J'ai
tu as
il a
elle a
nous avons
vous avez
ils ont / elles ont
Slide 16 - Slide
Voltooid deelwoord
In het nederlands: ge.../be...
in het Frans?
travailler --> travaillé
parler --> parlé
chercher --> cherché
regarder --> regardé
Slide 17 - Slide
Le passé composé
Het verschil tussen de présent en de passé composé
De présent is de tegenwoordige tijd: ik kijk je regarde
jij kijkt tu regardes
De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken j'ai regardé
jij hebt gekeken tu as regardé
Op de volgende slide vind je een filmpje met uitleg over het vormen van de passé composé
Slide 18 - Slide
Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Nous sommes en retard.
B
Nous avons parlé jusqu'à minuit.
C
Les filles dansent toute la nuit.
D
Vous avez regardé la télé?
Slide 19 - Quiz
Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Il parle avec son copain.
B
On habite près de la plage.
C
J'ai fait mes devoirs.
D
Tu as joué le match?
Slide 20 - Quiz
Vul de juiste vorm van de passé composé in. Marc ... (manger) des tapas.
Slide 21 - Open question
Vul de juiste vorm van de passé composé in. Vous ... (travailler) dans un camping?
Slide 22 - Open question
Vul de juiste vorm van de passé composé in. Sophie et Lisa ... (aimer) danser.
Slide 23 - Open question
Vul de juiste vorm van de passé composé in. Tu ... (jouer) à la console souvent?
Slide 24 - Open question
0
Slide 25 - Video
À faire:
H: 31, 32, 33
Lees goed de opdrachten!
Voor vragen weet je me te vinden!
Slide 26 - Slide
Bekijk tekst H (volgende slide)
Wat voor soort tekst is dit (opmaak) ?
Lees de titel, het stukje van Jean(animateur) en bekijk het plaatje.