HV1 ch6 les 5 1920

1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- répéter voca  A + B + C + D + l'alphabet
- corriger texte F
- expliquer grammaire H
- bron G

Slide 2 - Slide

vertaal: Hij basketbalt
A
faire du basket
B
il fais du basket
C
il fait du basket
D
il font du basket

Slide 3 - Quiz

vertaal naar het Frans: Jij wilt fietsen.

Slide 4 - Open question

vertaal: le rêve
A
de speler
B
de droom
C
het spel
D
het doelpunt

Slide 5 - Quiz

vertaal: De wedstrijd is belangrijk

Slide 6 - Open question

l'alphabet
In tekst F hebben jullie geleerd dat sommige letters in het alfabet anders worden uitgesproken dan in het NL. Ik spel een aantal woorden, jij moet raden welk woord het is.

Slide 7 - Slide

Vertaal de zin: Wat is je lievelingssport?

Slide 8 - Open question

Vertaal de zin: Houd je ook van paardrijden?

Slide 9 - Open question

Vertaal: Ik heb maandag een basketbalwedstrijd.

Slide 10 - Open question

Bron H


passé composé
=
voltooide tijd



Slide 11 - Slide

Le passé composé

De voltooid tegenwoordige tijd

Ik heb gekeken, jij hebt gekeken, wij hebben gekeken


J'ai regardé, tu as regardé, nous avons regardé

Slide 12 - Slide

De voltooide tijd - NL
ik heb gewerkt

Wat hebben we nodig?
- een onderwerp
- een hulpww
- een voltooid dw.

Slide 13 - Slide

le passé composé - FR
Il a travaillé

Wat hebben we nodig? 
- een onderwerp 
- een hulpww 
- een voltooid dw.

Slide 14 - Slide

Onderwerp

ik - je
jij - tu
hij - il
zij - elle
wij - nous
jullie/u - vous
zij - ils/elles

Slide 15 - Slide

hulpww avoir
J'ai
tu as
il a
elle a
nous avons
vous avez
ils ont / elles ont

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord
In het nederlands: ge.../be...
in het Frans?

travailler --> travaillé
parler --> parlé
chercher --> cherché
regarder --> regardé

Slide 17 - Slide

Le passé composé
Het verschil tussen de présent en de passé composé
De présent is de tegenwoordige tijd:   
ik kijk          je regarde
jij kijkt       tu regardes

De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken          j'ai regardé
jij hebt gekeken        tu as regardé
Op de volgende slide vind je een filmpje met uitleg over het vormen van de passé composé

Slide 18 - Slide

Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Nous sommes en retard.
B
Nous avons parlé jusqu'à minuit.
C
Les filles dansent toute la nuit.
D
Vous avez regardé la télé?

Slide 19 - Quiz

Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Il parle avec son copain.
B
On habite près de la plage.
C
J'ai fait mes devoirs.
D
Tu as joué le match?

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Marc ... (manger) des tapas.

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Vous ... (travailler) dans un camping?

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Sophie et Lisa ... (aimer) danser.

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Tu ... (jouer) à la console souvent?

Slide 24 - Open question

0

Slide 25 - Video

À faire:
H: 31, 32, 33

Lees goed de opdrachten!

Voor vragen weet je me te vinden!

Slide 26 - Slide

Bekijk tekst H (volgende slide)
Wat voor soort tekst is dit (opmaak) ?
Lees de titel, het stukje van Jean(animateur) en bekijk het plaatje.
Waar gaat de rest van de tekst over?


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Les devoirs
H: 31, 32, 33

G: 27, 28, 29, 30

Slide 29 - Slide