Meer werkwoorden in een zin

Weet je het nog?
De persoonsvorm.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Weet je het nog?
De persoonsvorm.

Slide 1 - Slide

Ik vind de persoonsvorm door...

Slide 2 - Mind map

1. De grote witte haai is de grootste roofvis op aarde.
Typ de persoonsvorm.

Slide 3 - Open question

2. Hij staat bekend als een gevreesde jager.
Typ de persoonsvorm.

Slide 4 - Open question

3. Hij jaagt het liefst op zeehonden en dolfijnen.
Typ de persoonsvorm.

Slide 5 - Open question

4. Af en toe bijt hij ook een mens.
Typ de persoonsvorm.

Slide 6 - Open question

5. De witte haai weegt gemiddeld 2000 kilo.
Typ de persoonsvorm.

Slide 7 - Open question

6. Zo langzamerhand zijn deze haaien behoorlijk zeldzaam.
Typ de persoonsvorm.

Slide 8 - Open question

Opdracht 11 + 12, bladzijde 103

Slide 9 - Slide

1. De hond werd geborsteld.
Typ hieronder de werkwoorden.

Slide 10 - Open question

1. De hond werd geborsteld.
Welk ww. is de pv?

Slide 11 - Open question

2. Wij hebben vandaag geen Engels gehad.
Typ de werkwoorden.

Slide 12 - Open question

2. Wij hebben vandaag geen Engels gehad.
Typ de persoonsvorm.

Slide 13 - Open question

3. Ik moest al mijn huiswerk nog maken.
Typ de werkwoorden.

Slide 14 - Open question

3. Ik moest al mijn huiswerk nog maken.
Typ de persoonsvorm.

Slide 15 - Open question

4. Kunnen jullie goed voetballen?
Typ de werkwoorden.

Slide 16 - Open question

4. Kunnen jullie goed voetballen?
Typ de persoonsvorm

Slide 17 - Open question

5. Alle leerlingen werden na schooltijd in de kantine verwacht.
Typ de werkwoorden.

Slide 18 - Open question

5. Alle leerlingen werden na schooltijd in de kantine verwacht.
Typ de persoonsvorm.

Slide 19 - Open question

6. Mag ik jouw blauwe stift lenen?
Typ de werkwoorden.

Slide 20 - Open question

6. Mag ik jouw blauwe stift lenen?
Typ de persoonsvorm.

Slide 21 - Open question

7. Jij zou toch ook op mijn verjaardag komen?
Typ de werkwoorden.

Slide 22 - Open question

7. Jij zou toch ook op mijn verjaardag komen?
Typ de persoonsvorm.

Slide 23 - Open question

8. De koffie wordt heet gedronken.
Typ de werkwoorden.

Slide 24 - Open question

8. De koffie wordt heet gedronken.
Typ de persoonsvorm.

Slide 25 - Open question

9. Ik kan het me niet voorstellen!
Typ de werkwoorden.

Slide 26 - Open question

9. Ik kan het me niet voorstellen!
Typ de persoonsvorm.

Slide 27 - Open question