Huiswerk niet af of geen spullen bij? Geef dit aan als ik je naam roep!
Slide 2 - Slide
Was machen wir heute?
- huiswerk nakijken
- herhaling grammatica quiz
- kijk -en luisteropdrachten oefenen
- zelfstandig werken
Slide 3 - Slide
Planagenda 1D:
huiswerk datum:
maken:
vanaf blz. 66 opdr. 1 /2 /4 / 5
timer
3:00
Slide 4 - Slide
Planagenda 1C:
huiswerk datum:
maken: blz. 60 opdr. 1 / 2 / 3/ 5
8 Februari Toets: Kijk- en Luistertoets
(je kan niet leren voor deze toets)
timer
3:00
Slide 5 - Slide
antwoorden nakijken
van blz. 58 t/m 62
Slide 6 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord
A
Woorden die een tijdstip aangeven
B
Woorden die een plaats aangeven
C
ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie,zij, u
Slide 7 - Quiz
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
hij, zij, jullie
B
ik, mijn, jouw
C
jij, wij, zij
D
ons, zij, u
Slide 8 - Quiz
De Duitse lidwoorden der, die en das kun je vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Door welk persoonlijk voornaamwoord vervang je het lidwoord "der" ?