Words
1 / 22
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Flood wave
A
Duinen
B
Vloed golf
C
Overstroming
D
Water damp
Slide 2 - Quiz
Hitch-hike
A
Hardlopen
B
Liften
C
bergbeklimmer
D
fietser
Slide 3 - Quiz
Gather
A
Verzamelen
B
Bijeenkomst
C
Vergadering
D
Vertrekken
Slide 4 - Quiz
cautious
A
sirene
B
voorzichtig
C
gevaar
D
niet-gevaarlijk
Slide 5 - Quiz
mittens
A
wanten
B
handschoen
C
wol
D
geen van allen
Slide 6 - Quiz
Amongst
A
te midden zijn
B
onder andere
C
alleen zijn
D
verzameling
Slide 7 - Quiz
cross the border
A
overplaatsing
B
over je grenzen laten gaan
C
aan boord zijn
D
Grens oversteken
Slide 8 - Quiz
cutlery
A
snijplank
B
bestek
C
door midden snijden
D
slagerij
Slide 9 - Quiz
edible
A
aanpassen
B
door midden
C
eetbaar
D
toevoeging
Slide 10 - Quiz
settle down
A
zich vestigen
B
bij elkaar komen
C
naar beneden gooien
D
geen idee
Slide 11 - Quiz
Donate
A
Afsluiten
B
Doneren, geven
C
Afnemen
D
Luisteren
Slide 12 - Quiz
Domestic violence
A
Huiselijk geweld
B
Bedrijfspand
C
Hooligans
D
vandalisme
Slide 13 - Quiz
Down below
A
eronder
B
beneden
C
Afkijken
D
elleboog
Slide 14 - Quiz
Destitute
A
Bezit
B
Bankrekening
C
Heel arm
D
Heel rijk
Slide 15 - Quiz
On the Road
A
Langs de weg
B
ver weg
C
Op de weg
D
Onderweg
Slide 16 - Quiz
Wonder
A
wonderen
B
afvragen
C
genieten
D
geen van allen
Slide 17 - Quiz
Mug
A
Insect
B
vloerkleed
C
Beker
D
servies
Slide 18 - Quiz
Prove Fatal
A
bewijzen
B
dodelijk zijn
C
Verbeteren
D
aanwijzing
Slide 19 - Quiz
expect of
A
bevestiging
B
naar verwachting
C
aannemen
D
naar aanleiding
Slide 20 - Quiz
policy
A
beleid
B
politie
C
wetgeving
D
geen van allen
Slide 21 - Quiz
cable car
A
auto snoer
B
trekhaak
C
kabel baan
D
bus
