Chapitre 2 les 3

Bonjour
1TC
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- iPads plat op tafel!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour
1TC
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- iPads plat op tafel!

Slide 1 - Slide

Planning du jour

- Répéter & pratiquer: grammaire D
- Vragen stellen over het SO
- oefenen vocabulaire

Maandag 7 december
SO Chapitre 2
Leren vocabulaire A en B blz 80-81 
Grammatica blz 28 TB

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les

  • heb ik vragen gesteld over opdrachten die ik niet begreep.
  • weet ik of ik grammaire D goed kan toepassen in een oefening.

Slide 3 - Slide

Vragen over les devoirs?
De weektaak was:

Faire (maken)
Lezen tekst p27 TB     maken  p 51 WB ex 8,9 et 10a

Apprendre (leren)

voca A & B

Slide 4 - Slide

Opdracht 8a 
1 De beste leraar. 
2 Thierry is de verslaggever. 
3 Op het collège Jacques Brel in Grenoble. 

Opdracht 8b 
Gymlerares    - Éric 
Vraagteken    - Fabrice 
Geschiedenisleraar (met baard)  - Sandrine 
 

Slide 5 - Slide

Opdracht 8c 
1 faux    5 vrai 
2 faux    6 vrai 
3 vrai    7 faux 
4 vrai 

Opdracht 9 
1 aime le prof d'histoire / est en quatrième  
2 est drôle / n'est pas sévère  
3 est en cinquième / aime le prof de gym 
4 est enthousiaste / est sympa  
5 est en sixième / est nouveau dans ce collège  

Slide 6 - Slide

x 10 Positief       Negatief 
drôle          terrible  
sympa       sévère  
enthousiaste        horrible 

Slide 7 - Slide

Répéter:
grammaire D
Een aantal vragen:

- Over welk grammatica-onderdeel hebben we het de vorige keer gehad?

- Waar eindigen alle werkwoorden op die we tijdens dit onderdeel gebruiken?

- Uit welke 2 stappen bestaat het stappenplan?

- Welke vormen hebben allemaal dezelfde uitgang?

Slide 8 - Slide

Répéter:
grammaire D
In het Nederlands maken we altijd gebruik van het werkwoord ‘lopen’ om te kijken welke vorm je gebruikt bij een werkwoord.
--> Ik loop, jij loopt etc.

In het Frans kennen ze hier ook bepaalde rijtjes voor. Vandaag gaan jullie leren om alle regelmatige werkwoorden op –er te vervoegen.

Dit doen we door middel van het stappenplan in de volgende slides.
Neem deze over!

Slide 9 - Slide

Grammaire D:
stap 1: het vinden van de 'stam'
Stap 1:
zoek de stam door -er van het werkwoord af te halen.

Bijvoorbeeld:
donner --> donner --> donn

De stam van dit werkwoord is dus 'donn'.
Door naar stap 2!

Slide 10 - Slide

Grammaire D:
stap 2: de uitgangen
Stap 2:
zoek de juiste uitgang in het volgende rijtje.

je + e            je donne
tu + es          tu donnes
il/elle/on + e  il/elle/on donne

nous + ons    nous donnons
vous + ez      vous donnez
ils/elles + ent ils/elles donnent

Slide 11 - Slide

Grammaire D:
even opletten..
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke uitgang je moet invullen..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam: de il/elle/on-vorm
Bij le/la/l': de il/elle/on-vorm

Bij 2 namen: de ils/elles-vorm
Bij les/des: de ils/elles-vorm

Slide 12 - Slide

Zijn er nog vragen?
Wie heeft er nog een vraag over het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -er in het Frans?

Nu is het moment om de vragen te stellen, anders gaan we dit onderdeel oefenen!

Slide 13 - Slide

Oefenen:
grammaire D
Maak de opdrachten op blz 55 (opdracht 14 ) zelfstandig en in stilte!
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Vragen over het SO?
J'(habiter) à Stiens.

Tu (écouter) la radio.

Il (chercher) son livre.

Nous (demander) un cadeau.

Elles ( regarder) la télévison.

Slide 15 - Slide

Les devoirs
Komende les:
- SO chapitre 2,

Apprendre (leren):
- voca A, B 
- grammaire D
Het so duurt niet de hele les, dus neem ook je boeken mee!

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald.
Pak je iPad en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Slide 17 - Slide


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (commencer)

Le cours de français, il ________________

Slide 18 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (chercher)


Les élèves ________________ leurs livres.

Slide 19 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (parler)

Monsieur ter Velde ________________ avec les élèves.

Slide 20 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (écouter)


Vous ________________ le prof?

Slide 21 - Open question

Quizlet live

Slide 22 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 23 - Slide