Reken blokken les 2.2 Lengte git DID2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2.2 Lengte

H2: Grootheden en eenheden

Planning:

Quiz

Herhalen wat een grootheid en eenheid

uitleg hoe je precies kunt rekenen met km, hm,...

Opdrachten maken

H2: Grootheden en eenheden

Leerdoelen

• Je kent bekende maten voor lengte en maakt daarmee de rekensommen. 
• Je leest de meetinstrumenten af en gebruikt daarmee een geschikte eenheid
• Je rekent precies met km, hm,…

De grootheid .......geeft aan hoe groot of klein iets is

1. Lengte
2. gewicht
3. tijd
4. temperatuur

welke meetinstrument gebruik je voor lengte

1. thermometer
2. schuifmaat
3. klok
4. weegschaal

Lengte wordt aangegeven met de basis eenheid

1. meter
2. gram
3. euro
4. celsius

Een grote stap is ongeveer

1. 50 cm
2. 75cm
3. 1m
4. 150cm

Een verdieping van een flat is ongeveer ... m hoog

1. 5
2. 7
3. 3
4. 12

1 km = .. m

1. 10
2. 100
3. 1000
4. 10000

Een vingernagel is ongeveer ... mm dik

1. 1
2. 2
3. 10
4. 5

Een deur is ongeveer .. m hoog

1. 2
2. 3
3. 1,5
4. 5

Pen meestal meet je met de eenheid

1. mm
2. cm
3. km
4. hm

schroeven meestal meet je met de eenheid

1. mm
2. cm
3. km
4. hm

afstand tussen twee steden meet je met de eenheid

1. mm
2. cm
3. km
4. hm

lengte van je kamer meet je met de eenheid

1. mm
2. cm
3. km
4. m

Les 2.1

Een grootheid is iets wat je kunt meten. De waarde van een grootheid wordt weergegeven met een getal en een eenheid.

Een eenheid is waar je grootheden in meet.



H2: Grootheden en eenheden

H2: Grootheden en eenheden

• Lengte
• Gewicht
• temperatuur
• Tijd
• samengestelde eenheden

 les 2.2 Lengte

Lengte geeft aan hoe groot of klein iets is.

2.2 Lengte

De eenheden van lengte

2.2 Lengte

Wat zijn de bekende maten voor lengte?

Een huis heeft 3 verdiepingen. Hoe hoog is dit huis?

1. 3m
2. 15m
3. 9m
4. 12m

Een volwassen man is ongeveer .....m lang

1. 180
2. 1,80
3. 160
4. 1,60

2.2 Lengte

Schattend rekenen: is ongeveer rekenen.

2.2 Lengte

Precies rekenen met km, m, cm,...: is precies rekenen.

Er zijn grotere en kleinere eenheden gemaakt om handig dingen van grote of kleine lengte te meten.

1 km = 10 hm

1 km = 100 dam

2.2 Lengte

Omrekenschema met km, m, dm, cm, mm

2.2 Lengte

Reken uit:

2km = ...m

0,5 hm = ....cm
20 cm=....m

2200 mm=.....cm

2.2 Lengte

Aflezen van meetinstrumenten: 

Liniaal, Passer, Rolmaat en duimstok

2.2 Lengte

Aflezen van meetinstrumenten: 

Als je een meetinstrument of andere bron afleest, moet je steeds goed bedenken waar het over gaat: millimeter, centimeter, meter of kilometer.

2.2 Lengte

Opdracht:

1. Lees de lengte van dit potlood af op de liniaal. bedenk goed over de eenheid.
   
2. Het potlood was 0,12 m toen het nieuw was. Hoeveel centimeter is er van het potlood afgeslepen?

 Werken met de licentie

• Wat? Doe de opdracht van les 2.2 lengte via je licentie.
• Hoe? Lees de opdracht heel goed en denk hoe je deze gaat aanpakken.
  
• Hulp? Vraag je klasgenoot of ik 
• Tijd? 12 min
• Klaar?  kijk naar de uitleg van volgende les.

  2. 2 Lengte

H2: Grootheden en eenheden

Leerdoelen

• Je kent bekende maten voor lengte en maakt daarmee de rekensommen. 
• Je leest de meetinstrumenten af en gebruikt daarmee een geschikte eenheid
• Je rekent precies met km, hm,…

  2. 2 Lengte