Les 3 De agenda

Les 3. De agenda
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Module notulerenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 3. De agenda

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Les 1. Notuleren
Les 2. De actie en besluitenlijst
Les 3. De agenda
Les 4. Nakijken
Les 5. Oefenen Notulen maken
Les 6. Tips
Les 7. Notulen maken
Herfstvakantie
Les 8. Bufferweek Notulen maken (toets)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat een agenda van een vergadering is en je kunt het verschil tussen vaste en wisselende agendapunten herkennen.

Slide 3 - Slide

Voorbereiding
Als je je goed voorbereidt dan weet je, voordat de vergadering begint waarom 't punt op de agenda staat en wat ‘t resultaat wordt
Als je weet wát het resultaat gaat worden heb je meestal wel een beeld 1)Hoe de bespreking gaat verlopen en 2)welke onderwerpen aan de orde gaan komen.
Je kan dan gerichter gaan luisteren

Slide 4 - Slide

Waar staat 'WVTTK' voor?

Slide 5 - Mind map

Agenda
1. Opening
2. Notulen goedkeuren
3. Ingekomen stukken en mededelingen
4. agendapunt 1
5. agendapunt 2
6.. agendapunt 3
7. agendapunt 4
8. WVVTK en Rondvraag
9. Sluiting (+ nieuwe datum)

Slide 6 - Slide

Wat is een 'rondvraag'?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Link

Notuleren:
Notuleren: aantekeningen maken van de belangrijke dingen gezegd worden tijdens een vergadering
Notuleren is luisteren

Aantekeningen maken van DIE info die voor ‘t verslag relevant is

Verslag is werkdocument

Slide 9 - Slide

Luisteren
Luisteren is gemakkelijk bij de vaste agendapunten
Bij wisselende agendapunten zijn de doelen en de structuur anders

Slide 10 - Slide

Rode draad - luisteren
Actief luisteren: welke onderwerpen? Vergaderstructuur?
Voor elk vergaderdoel geldt dat de vergadering een aantal stappen doorloopt om dat doel te bereiken. Dat heet de structuur.
Beginstuk: waarom staat het punt op de agenda en wat moet het resultaat zijn?
Middenstuk: bespreking van het onderwerp
Eindstuk: afronding: acties, afspraken en/of besluiten

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden
Oefening!!
Let maar eens op: ‘voorstel’ of “want vinden jullie ervan als….. ” “Mij lijkt het een goed idee als we…..”
Woorden die een afronding aanduiden:
Actie, afspraak, besluit
Zullen we het voortaan maar zo doen
Oké, dan besluiten we om………

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden 2
Getallen duiden een opsomming aan: drie mogelijkheden dan kun je dit agendapunt structureren in je notulen

Woorden als: voordelen, nadelen en consequenties: zo kan je ordenen

Handelende werkwoorden: “voorbereiden, contact opnemen, nagaan”: signaal dat iemand actie moet gaan nemen. Dus let op: wanneer en wie!

Slide 13 - Slide

Aantekeningen
Afkortingen, trefwoorden en symbolen
Afkortingen die je vaak gebruikt kan je in de laptop opslaan in de autocorrectie. Als je VZ intypt maakt de laptop er voorzitter van.
Symbool: * is een actie en + voor afspraak
Als je op de laptop notuleert vergeet niet OP TE SLAAN
Sneltoetsen maken

Slide 14 - Slide

Kernwoorden verslag
Overzichtelijk
Volledig
Beknopt
Objectief
Exact
Correct

Slide 15 - Slide

Versturen, agenda en stukken
Per email agenda & stukken
Soms stukken per post
Tijdig versturen
Bestuderen stukken: hoeveel tijd is er nodig?

Slide 16 - Slide

Steenbergen 3

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link