Persoonlijke grenzen
Persoonlijke grenzen komen voort uit eigen ervaringen, normen, waarden
en opvattingen. Daarnaast spelen ook zaken als beschikbare tijd,
belastbaarheid, vaardigheden en mate van betrokkenheid een rol. Zo is
het voor mantelzorgers vaak moeilijker om grenzen te stellen, omdat hun
betrokkenheid zo groot is. Het bespreken en vaststellen van persoonlijke
grenzen is belangrijk om overbelasting te voorkomen.
Relationele grenzen
Relationele grenzen hebben te maken met de samenwerking tussen de diverse
betrokkenen: cliënten, mantelzorgers, het sociale netwerk, vrijwilligers
en medewerkers (inclusief managers). Wie is bereid wat voor een ander
te doen? Wat wel of niet en waarom? Voor een succesvolle samenwerking
is het zinvol om relationele grenzen om te zetten in relationele contacten
en verbintenissen; met het welzijn en welbevinden van de cliënt(en) als
gezamenlijk doel.
Functionele grenzen
Bij functionele grenzen draait het om de uit te voeren werkzaamheden,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Voor medewerkers en vrijwilligers
geldt, dat er in de organisatie afspraken zijn over wat zij wel en niet mogen
en kunnen doen en waarom. Een organisatie heeft geen overeenkomst met
mantelzorgers en kan dus niet bij voorbaat bepalen wat zij wel en niet mogen
doen. De uitdaging ligt in het samen verkennen van de grenzen en op zoek te
gaan naar goede zorg en aanvaardbare risico’s, waarbij recht gedaan wordt
aan de wensen en vaardigheden van alle betrokkenen.
Juridische grenzen
Welke wetgeving speelt een rol bij welke situaties? Is de cliënt bijvoorbeeld
wel of niet wilsbekwaam? Hoe ga je om met informatieverstrekking, zijn de
afspraken daarover met de cliënt of zijn wettelijk vertegenwoordiger goed
vastgelegd in het zorgleefplan? Vanuit juridisch oogpunt zijn mantelzorgers
en naasten zelf verantwoordelijk voor hun handelen. De organisatie heeft
wel een toezichthoudende rol. De organisatie is wél verantwoordelijk en
aansprakelijk voor het handelen van vrijwilligers.