Periode 1: Rechtsstaat Begint op bladzijde 31 lesboek
1 / 45
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Periode 1: Rechtsstaat Begint op bladzijde 31 lesboek
Slide 1 - Slide
Deze periode
Paragraaf 2.1 t/m 2.4 en 2.6
PO
Toets in de toetsweek --> 40 minuten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Voorkennis activeren over de Rechtsstaat....
Slide 4 - Slide
1. In een rechtsstaat moet ook de overheid zich aan de wet houden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
2. De wetten in Nederland worden gemaakt door de rechters
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
3. In een rechtsstaat kan je veroordeeld worden tot de doodstraf
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
4. Sommige grondrechten zijn belangrijker dan andere grondrechten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
5. Iedere burger is voor de wet gelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
6. De koning moet zich altijd aan de wet houden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
7. In een rechtsstaat mag een journalist alles schrijven wat hij/zij wil
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Laatste vraag: bij een rechtsstaat horen ook verplichtingen van de burger
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
§2.1 Wat is de rechtsstaat? Bladzijdes 32 t/m 35
Slide 13 - Slide
Leerdoelen §2.1
Je kan uitleggen wat een rechtsstaat inhoudt
Je kan het verschil uitleggen tussen een dictatuur en een rechtsstaat
Slide 14 - Slide
Rechtsstaat
Een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid
De overheid beschermt burgers tegen elkaar.
Maar ook: burgers worden tegen de overheid beschermd.
Slide 15 - Slide
Kerntaken overheid
Slide 16 - Slide
Rechtsbescherming
Wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de overheid - ook de overheid moet zich aan de wet houden
Rechtszekerheid
Legaliteitsbeginsel
Rechtshandhaving
Staat moet ervoor zorgen dat wij ons aan de wet houden
Geweldsmonopolie
Slide 17 - Slide
De politie mag je niet zomaar oppakken
A
Rechtshandhaving
B
Rechtsbescherming
Slide 18 - Quiz
De politie doet alcoholcontroles bij automobilisten
A
Rechtshandhaving
B
Rechtsbescherming
Slide 19 - Quiz
Idee is onstaan vanuit de Verlichting
Slide 20 - Slide
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Ze hadden de hulp van God niet meer nodig
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Mensen waren de willekeur van de koning, de uitbuiting en machtsmisbruik zat
Koningen alleenheersers
Slide 21 - Slide
Franse Revolutie
Amerikaanse Revolutie
Amerikaanse Revolutie (1775)
Franse Revolutie (1789)
Bataafse Revolutie (1794)
Slide 22 - Slide
Verklaring van de rechten van de mens en de burger (1789)
Onafhankelijksheidsverklaring VS (1776)
Amerikaanse Grondwet (1787)
Verklaring voor de Rechten van de mens en de burger (1789)
Staatsregeling voor het Bataafsche volk (1798)
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Grondwet
''De Grondwet is het fundament van de Nederlandse rechtsstaat. In de Grondwet staan de basisregels die in Nederland gelden en waar iedereen die zich in Nederland bevindt aan heeft te houden.''
2 delen:
1. Grondrechten
2. Staatsinrichting en inrichting rechterlijke macht
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Op een onbewoond eiland
Op een onbewoond eiland
Je komt aan op een onbewoond eiland met 500 onbekenden en jullie moeten daar gaan samenwonen voor een hele lange tijd.
Wat moet er allemaal op jullie eiland geregeld worden om ervoor te zorgen dat er een goede samenleving is met regels? Oftewel dat een goede rechtsstaat kan ontstaan? (Buurman/buurvrouw max. 5 minuten)
Slide 28 - Slide
1)Welke wetten, regels, waarden en normen uit onze samenleving zouden jullie daar beslist niet en welke beslist wel willen hebben en waarom niet/wel? Welke nieuwe regels zouden jullie willen invoeren en waarom?
2) Hoe verdelen jullie de eigendommen op het eiland?
3) Wat voor systeem van rechtspraak en straffen willen jullie en waarom?
4) Hoe moeten beslissingen genomen worden en door wie (wie heeft er macht/gezag en hoe is dat verkregen)?
Slide 29 - Slide
Bespreken
Slide 30 - Slide
Het recht is in beweging, oftewel: de rechtsstaat is nooit af. Wat zou dat betekenen?
Slide 31 - Open question
Homohuwelijk (sinds 2001)
Niet met je telefoon in je handen fietsen (juli 2019)
Slide 32 - Slide
Etnisch profileren
Etnische minderheden worden in Nederland vaker onderworpen aan (extra) controles dan witte Nederlanders (...)
bron: amnesty.nl
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Kerntaken overheid
Slide 35 - Slide
Rechtsbescherming
Wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de overheid - ook de overheid moet zich aan de wet houden
Rechtszekerheid
Legaliteitsbeginsel
Rechtshandhaving
Staat moet ervoor zorgen dat wij ons aan de wet houden
Geweldsmonopolie
Slide 36 - Slide
Hoe merken wij wat van de rechtsstaat in NL?
Regels --> geschreven en ongeschreven, opgebouwd uit waarden en normen
Rechtvaardigheid
Rechten en plichten --> vastgelegd in de Grondwet
Er zijn verkiezingen --> democratie
Trias Politica
Legaliteitsbeginsel
Slide 37 - Slide
Land zonder rechtsstaat
Dictatuur
Autoritaire staat
1 persoon of een kleine groep mensen heeft alle macht in handen
Slide 38 - Slide
Noord-Korea
Kim Jong-un
Slide 39 - Slide
Info
Noord- en Zuid-Korea
Noord: communistisch en een dictatuur
Zuid: democratisch --> meer Westers
Jaren 50 van de vorige eeuw Korea-oorlog Noord kreeg steun van Rusland, Zuid van Amerika
Officieel nog steeds oorlog --> wapenstilstand
Slide 40 - Slide
SchoolTV Noord-Korea
Hoe verschilt deze staat ten opzichte van Nederland?
Wat is volgens jou een beter systeem en waarom?
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
SchoolTV Noord-Korea
Hoe verschilt deze staat ten opzichte van Nederland?
Wat is volgens jou een beter systeem en waarom?
Slide 43 - Slide
Leerdoelen §2.1
Je kan uitleggen wat een rechtsstaat inhoudt
Je kan het verschil uitleggen tussen een dictatuur en een rechtsstaat
Slide 44 - Slide
Huiswerk
Lezen paragraaf 2.1 Wat is een rechtsstaat? lesboek bladzijdes 32 t/m 35
Maken in je digitale werkboek van paragraaf 2.1 vraag 2,3, 6, 7, 8 en 9