Recap theme 3 & 4 - first year

Good morning!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Good morning!

Slide 1 - Slide

Today's Riddle
The person who makes it does not need it. The person who buys it has no use for it. The person who uses it can neither see nor feel it. What is it?

Slide 2 - Slide

The answer to
the riddle:

Slide 3 - Mind map

A coffin!

Slide 4 - Slide

Recap grammar - chapter 3

Slide 5 - Slide

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Some and any
wat/iets, enkele
Some
Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Slide 6 - Slide

I need ... flour for the cake.
A
some
B
any

Slide 7 - Quiz

Do you have ... information for me?
A
some
B
any

Slide 8 - Quiz

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Plurals
meervoud
-s
  • house - houses
  • girl - girls
-o
  • tomato - tomatoes
  • zero - zeroes
s, z, x, ch
  • watch - watches
  • box - boxes
consonant + -y
  • baby - babies
  • daisy - daisies

Slide 9 - Slide

What is the plural for the word 'community'?

Slide 10 - Open question

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Demonstrative pronouns
aanwijzende voornaamwoorden (deze, die, dit, dat)
this
dichtbij, één
that
verder weg, één
these
dichtbij, meer dan één
those
verder weg, meer dan één

Slide 11 - Slide

I like ... skirt over here much better than ... one over there.
A
these, this
B
this, those
C
this, that
D
those, that

Slide 12 - Quiz

Recap grammar - chapter 4

Slide 13 - Slide

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Articles
lidwoorden
a
  •  bij een medeklinkerklank
  • a chair
  • a uniform
an
  • bij een klinkerklank

  • an apple
  • an hour

Slide 14 - Slide

Do you use a or an with the word 'university'?
A
a
B
an

Slide 15 - Quiz

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Imperative
gebiedende wijs
Do!
  • Tidy your room.
  • Watch out!
  • Turn right.
Don't!
  • Don't walk away from me.
  • Don't jump in the pool.
  • Don't talk to strangers.

Slide 16 - Slide

Some
  • Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.

Any
  • Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.
Present continuous
duurvorm tegenwoordige tijd
  • Er is NU iets aan de gang
  • Iets staat gepland
  • Vorm van to be + ww + ing
  • Signaalwoorden: right now, this instant
  • I am calling my grandmother right now. 
  • We are going on holiday next week.

Slide 17 - Slide

Wat is een
'vorm van to be'?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Link

So, the test is next lesson!
What you can do:
  • Use Stepping Stones online for practice exercises on the grammar from chapter 3 & 4
  • Look up exercises yourself on the internet: just search for ‘present continuous exercises’ or ‘plurals exercise’ for example!
  • No Stones or theme words!

Slide 20 - Slide

See you Wednesday! Good luck!

Slide 21 - Slide