H3.4 Deel 2: de handel groeit weer

3.4 De handel groeit weer
Deel 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.4 De handel groeit weer
Deel 2

Slide 1 - Slide

Planning
  •  Herhaling
  • Uitleg
  • Opdracht maken

Slide 2 - Slide

Hoe kon de landbouwopbrengststijgen? 

Slide 3 - Slide

Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven.

Slide 4 - Slide

Leven in een stad
  • Mensen die wonen in de stad: burgers
  • 4 sociale lagen:
  • 1 --> Rijke kooplieden + Meesters van een gilde
  • 2 --> Winkeliers en ambachtslieden
  • 3 --> Mensen zonder vast werk
  • 4 --> oude of zieke mensen (konden niet werken)

Slide 5 - Slide

Leven in de stad
  • Mensen met hetzelfde beroep werkte samen in een gilde 
  • Je moest lid zijn van zo'n gilde om je werk te mogen doen
  • Beroep leren --> Leerling bij een meester 
  • Als je goed was --> gezel (ambachtsman in dienst van meester) 
  • Als je meester wilde worden moest je een meesterproef afleggen --> lid gilden --> eigen werkplaats beginnen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Gildes maakte regels
Twee functies:
  • Economisch --> prijs + kwaliteit product
  • Sociaal --> steun bij ziekte of overlijden 

Slide 8 - Slide

Je kunt uitleggen dat de burgers van middeleeuwse steden machtiger werden.

Slide 9 - Slide

Bestuur van de stad 
  • Eerst bestuurd door Heer
  • Heer 'verkocht' al snel stadsrechten = Het recht van de burgers van een stad om zichzelf te besturen. De burgers konden hun eigen regels en wetten maken.
  • Elke stad had eigen rechtbank --> bestond uit schout en schepenen 
  • Schout = voorzitter rechtbank. Schepenen = soort rechters 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Controle vragen 
  1. wat zijn de twee oorzaken voor de groei van de landbouwopbrengst?
  2. Hoe konden de steden groeien?
  3. Hoe kon de handel groeien?
  4. Wat wordt er bedoelt met Hanze?
  5. Wat zijn de vier sociale lagen?
  6. Wat is een gilde? 
  7. Wat zijn meesters en gezellen? 
  8. Wat is de functie van de regels die de gildes maakte?
  9. Wat zijn stadsrechten?
  10. Wat is een schout en wat zijn schepenen?
Beantwoord de 10 vragen, lever het bij mij in aan het einde van de les. In magister komt je cijfer te staan. 
Telt 0,5x mee. 

Slide 12 - Slide