This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Literatuurgeschiedenis
Middeleeuwen havo 4
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Start literatuurgeschiedenis
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu (hebben alle vogels een nestje begonnen behalve ik en jij, waar wachten we nog op?).
oudste Nederlandse zinnetje
geschreven door een monnik
oudere en moderne letterkunde
Slide 3 - Slide
Tijd
De middeleeuwen gaan van 500-1500.
Literatuurgeschiedenis: oudere letterkunde en moderne letterkunde (1880)
Nederland bestaat niet, het Nederlands bestaat niet.
De samenleving is een standenmaatschappij: de adel, de geestelijken, de burgerij
Slide 4 - Slide
Van den Vos Reynaerde
Van den Vos Reynaerde = een dierenepos. Een verhaal met dieren in de hoofdrol en die dieren vertegenwoordigen mensen en menselijke eigenschappen.
Van de Vos Reynaerde begint met een proloog: de eerste 40 regels. Schrijf eens in steekwoorden op wat je in die 40 regels tegenkomt. (Topoi = motieven)
Slide 5 - Slide
Topoi - vul in!
Topos 1: schrijver wordt vermeld: Topos 2: eerder werk van de schrijver wordt vermeld:
Topos 3: reden voor het schrijven van verhaal wordt vermeld Topos 4: moeite die het schrijven heeft gekocht.
Topos 5: de bronnen die de schrijver heeft gebruikt.
Topos 6: opdrachtgever wordt vermeld: een rijke hoofse dame Topos 7: doelgroep wordt vermeld
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Literatuurgeschiedenis
Bij literatuurgeschiedenis bestuderen we de geschiedenis van de literatuur.
Slide 29 - Slide
Literatuurgeschiedenis
We gaan ons bezighouden met de volgende vragen:
Welke verhalen werden geschreven of verteld?
Met welk doel werden die verhalen geschreven of verteld?
Door wie werden die verhalen gelezen?
Hoe hangen die verhalen samen met de tijd waarin ze ontstaan zijn?