H12 Veiligheid en verkeer

12.1 Versneld, eenparig en  
     vertraagd - uitleg
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

12.1 Versneld, eenparig en  
     vertraagd - uitleg

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Eenparige (constante) beweging
1
2

Slide 3 - Slide

Eenparige (constante) beweging
1
2

Slide 4 - Slide

Eenparige vertraagde beweging
1
2

Slide 5 - Slide

Eenparige vertraagde beweging
1
2

Slide 6 - Slide

5.2 Gemiddelde snelheid
Lesdoel: 

Rekenen met de formule van de gemiddelde snelheid.
Omrekenen van m/s naar km/h en omgekeerd.

Slide 7 - Slide

Een auto heeft een hogere gemiddelde snelheid dan een fietser. Soms gaat hij harder, soms zachter, maar hij legt de zelfde afstand in minder tijd af.

Slide 8 - Slide

Formule gemiddelde snelheid(1)
vgem=ts
v gem = gemiddelde snelheid (m/s)
s = afstand (m)
t  = tijd (s)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Gemiddelde snelheid Bolt 100 m
Geg: s = 100 m
t = 9,58 s

Gevr: v gem
Opl; vgem = s/t
v gem = 100/9,58 
v gem = 10,44 m/s

Slide 11 - Slide

Omrekenen tussen m/s en km/h

Slide 12 - Slide

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 13 - Quiz

5 liter water valt van een hoogte van 7 meter naar beneden. Bereken de zwaarte-energie
A
350 joule
B
3500 joule
C
35 watt
D
350 watt

Slide 14 - Quiz

gemiddelde snelheid
Vgem =Vb+ Ve / 2

V=Vgem = s/t


Slide 15 - Slide

gemiddelde snelheid = afstand/tijd 
afstand = 
gemiddelde snelheid x tijd 
Tijd = afstand/
gemiddelde snelheid

Slide 16 - Slide

Zwaarte-energie
Bij het klimmen/omhoog verplaatsen wordt arbeid omgezet naar zwaarte-energie.

Hoe hoger een voorwerp komt. Hoe meer zwaarte-energie het voorwerp heeft. 

Zwaarte-energie (Ez) = m x g x h
m staat voor massa (in kg)
g voor valversnelling (10 m/s2)
h voor hoogte (in m)

Slide 17 - Slide

Zwaarte-energie
zwaarte-energie = massa x gravitatiekracht x hoogte 



Wat is de eenheid hiervan?
Ez=mgh

Slide 18 - Slide

Zwaarte energie
Elektrische energie

Slide 19 - Slide

Waterkracht
Zwaarte-energie
Bewegingsenergie

Slide 20 - Slide

bewegingsenergie
Bewegingsenergie wordt ook wel kinetische energie genoemd.

Slide 21 - Slide

Bewegingsenergie

Slide 22 - Slide

Bewegingsenergie
Als je bij het klimmen naar beneden valt dan wordt je zwaarte-energie omgezet in bewegingsenergie. 
Alles wat beweegt heeft bewegingsenergie (Ek)
Ek = 0,5 x m x v2
m is massa in kg
v is snelheid in m/s

Slide 23 - Slide

Snelheid veranderen
  • Snelheid kun je aanpassen: versnellen of afremmen 
  •  
snelheid veranderen

Slide 24 - Slide

Reactietijd en Reactieafstand

Slide 25 - Slide

reactieafstand

Slide 26 - Slide

Stopafstand

Slide 27 - Slide

1
Stopafstand
2

Slide 28 - Slide

STOPAFSTAND =
REACTIEAFSTAND + REMWEG

Slide 29 - Slide

Wat is Traagheid?
Het verschijnsel dat een voorwerp in een bewegingstoestand wil blijven.

Slide 30 - Slide

Hoe meer snelheid
hoe meer traagheid je ervaart

- Hoe sneller jij vooruit beweegt hoe meer je tegen het raam gedrukt wordt bij een bocht

Slide 31 - Slide

Hoe meer massa
hoe meer traagheid je ervaart

- Hoe zwaarder je weegt, hoe moeilijker je lichaam mee beweegt met een bocht

Slide 32 - Slide

Veilige snelheid (2)
Bij het kiezen van een veilige snelheid moet je rekening houden met:
  1. Het soort weg (binnen of buiten de bebouwde kom)
  2. Het overige verkeer (voldoende afstand / rekening houden met overige verkeersdeelnemers)
  3. Het weer (bij glad wegdek neemt stopafstand toe)
  4. Bijzondere omstandigheden

Slide 33 - Slide

Veiligheidsmaatregelen (1)
  • Kooiconstructie
  • kreukelzone
  • Veiligheidsgordels
  • Airbags

Door de remweg te vergroten, worden de krachten verdeeld.
De kracht op je lichaam wordt dan kleiner.

Slide 34 - Slide

Veiligheidsmaatregelen (3) - hoofd
  • Veiligheidshelm
        Is opgebouwd uit een harde buitenkant
        (kooiconstructie) en absorberend 
        schuim (vergroten remweg)
  • Hoofdsteun
        Voorkomt dat je hoofd naar achteren schiet als je van                        achteren wordt aangereden (traagheid)


Slide 35 - Slide

12.4

Slide 36 - Slide

Het (v,t)-diagram
Herhalingsvragen

Slide 37 - Slide

(v,t)-diagram maken
v - verticale as
t - horizontale as

0-4 s Beweging neemt eerst toe
versnelling
na 4s dan is de beweging constant
eenparige beweging

Slide 38 - Slide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
3 m/s, dan 6 m/s, dan 9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 39 - Slide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 40 - Slide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

12.5
Je berekent de arbeid die nodig is bij een beweging.
Je legt uit hoe de bewegingsenergie door arbeid verandert.

Slide 43 - Slide

Arbeid
Kracht uitoefenen over een bepaalde afstand? Dan verricht je arbeid.

W = F x s

W= arbeid (J of Nm)
F = kracht (N)
s = afstand (m)

Slide 44 - Slide

Arbeid bij ophijsen

Arbeid = kracht * afstand
W=Fs

Slide 45 - Slide

arbeid
Positieve arbeid = arbeid die helpt om te verplaatsen
Negatieve arbeid = arbeid de de verplaatsing tegenwerkt

negatieve arbeid is meestal v]wrijving en heeft warmte als resultaat. Warmte betekent een verlies aan energie van het voorwerp

Slide 46 - Slide