blok 1 tweede klas "Over Taal"

Welkom !!
maandag 4 oktober 
nodig: chrome-book, pen , schrift
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom !!
maandag 4 oktober 
nodig: chrome-book, pen , schrift

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Theorie "over taal"; 15 minuten
 maken over taal blok 1
Huiswerk voor maandag 11 oktober; over taal blok 1 helemaal af

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Jullie kennen het stappenplan moeilijke woorden,
Jullie begrijpen wat een synoniem is.
TH; woordraad strategieen
TH: homoniemen en homofoon
TH; figuurlijk taalgebruik


Slide 3 - Slide

Wat is het stappenplan moeilijke woorden?

Slide 4 - Open question

zet in goede volgorde
1- kijk naar de plaatjes in de tekst
2- lees een stukje terug en kijk of het woord wordt uitgelegd
3-vraag de betekenis of zoek de betekenis op in een woordenboek
4- kijk naar de bekende stukjes in een woord
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden:
1- Lees een stukje terug of verder, kijk of het woord wordt uitgelegd.
2- Kijk naar de bekende stukjes in het woord.
3- Kijk naar de plaatjes in de tekst.
4- Vraag de betekenis of zoek de betekenis op in een woordenboek.

Slide 6 - Slide

Waaraan zie de betekenis van het dikgedrukte woord?

Het is erg warm, er komt een verkort rooster. De lestijden wijken af van het normale rooster.

Slide 7 - Slide

Waaraan zie je de betekenis van het dikgedrukte woord?
De storm heeft de huizen verwoest. Het dorp ligt in puin.

Slide 8 - Slide

Wat betekent synoniem?

Slide 9 - Open question

Schrijf op:
Synoniemen zijn verschillende woorden met dezelfde betekenis.
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Wat is het synoniem voor beginnen?
A
eindigen
B
starten
C
verder gaan
D
ophouden

Slide 11 - Quiz

Wat is een synoniem voor smerig?
A
schoon
B
ver weg
C
vies
D
lekker

Slide 12 - Quiz

Wat is een synoniem voor geld?

Slide 13 - Open question

Aan de slag;


maken over "taal blok 1"

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Welke twee betekenissen heeft het woord bank?

Slide 16 - Mind map

Wat is dus een homoniem?

Slide 17 - Mind map

Wat is het verschil tussen lag en lach?

Slide 18 - Open question

Wat is een homofoon?

Slide 19 - Mind map

Wat klopt hier niet?
Ik gooi het bijltje in de ring.

Slide 20 - Slide

Het is een verhaspeling:
Ik gooi het bijltje erbij neer.
Ik gooi de handdoek in de ring.

Slide 21 - Slide