Mozart Nijhoff

Mozart
van Martinus Nijhoff (1924)
Je hebt pen en papier nodig
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mozart
van Martinus Nijhoff (1924)
Je hebt pen en papier nodig

Slide 1 - Slide

                       Mozart

Het vroege zonlicht trilt in de cypressen,
Drijft als een blonde schaduw over ‘t gras
En stroomt, huiv’rend in ‘t hoge vensterglas,
In ‘t blank boudoir der grijzende comtesse.


Dezelfde dag moest steeds opnieuw gebeuren,
– Hoor de gekooide vogel boven haar –
Weer buigt haar witgepoederd kapsel naar
‘t Borduurwerk van verguld en bonte kleuren.

  Op ‘t zelfde uur wordt iemand ingelaten
Die zwijgend buigt en voor ‘t klavier zich zet,
En uit het oude hart van ‘t zwak spinet
Waait de verwelkte geur van een sonate.


Zij volgt zijn handen langs de gele toetsen
– De thema’s keren telkens weer terug –
En ziet door ‘t zijraam de oprijlaan, de brug,
De wandelaars, de miniature koetsen.

M. Nijhoff

Slide 2 - Slide

Wat is het verhaal?

Slide 3 - Open question

wat is het rijmschema?

Slide 4 - Open question

interpretatie
Deze gravin: gekooid in sleur, verlangend, weemoedig, eenzaam…

Opgesloten in haar bestaan: niet enkel thema van 18e eeuw, ook van nu! 

Ook Nijhoff verlangt naar bijv. het kind zijn, naar andere wereld dan die barre werkelijkheid.

Slide 5 - Slide

welk effect kan dit rijmschema hebben?

Slide 6 - Open question

Rijm:

Door rijm ontstaat samenhang in een gedicht; woorden gaan door klankovereenkomsten bij elkaar horen.

Rijm kan woorden ook extra nadruk geven.

Er bestaan verschillende soorten rijm, zie boekje

Slide 7 - Slide

Elk e strofe heeft een eigen onderwerp: Welk?

Slide 8 - Open question

Ga vijf minuten op zoek naar assonantie en alliteratie

Slide 9 - Slide

Assonantie (klinkerrijm)
Licht/trilt/in
Stroomt/hoge
Glas/blank
Hoor/gekooide/vogel/boven
Hart/zwak
Handen/langs
Thema’s/keren/weer

Alliteratie
(begin medeklinkers)
Schaduw/stroomt
Huiv’rend/hoge
Blank/boudoir
Waait/verwelkte
Toetsen/thema’s/telkens
Ziet/zijraam

Slide 10 - Slide

ritme, metrum en antimetrie
Metrum = afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde lettergrepen &verschillende soorten!

jambe ˘ …. ˘ …. ˘ …. ˘ …. onbeklemtoond / beklemtoond
Het vroe/ge zon/licht trilt / in de/ cypres/sen,

Ook bij elisie (d’oprijlaan)
Antimetrieën: bewust afwijken van metrum
drijft r2 – huiv’rend r3 – hoor r6 – weer r7 – waait r12

Slide 11 - Slide

Welke personificaties zie je?

Slide 12 - Open question

welke andere beeldspraak zie je?

Slide 13 - Open question

paradoxen? enumeratie?

Slide 14 - Open question

Vraag:
Kan de gekooide vogel een beeld zijn voor de oudere comtesse?
Zo ja waarom en zo nee waarom niet?

Slide 15 - Open question

informatie over Nijhoff
In romantische verzen uitte hij zijn gevoelens van angst, eenzaamheid en het verlangen naar ongerept kind zijn. Hij deed dat gewoonlijk in toegankelijk Nederlands. 

Slide 16 - Slide