Literatuur: stijlfiguren (1)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • ... kun je een omschrijving geven van het begrip stijlfiguur.
  • ... ken je de vier stijlfiguren om je 'lichter' of 'zwaarder' uit te drukken.

Slide 2 - Slide

Stijlfiguur

Een vaste vorm (‘figuur’) van zeggen (‘stijl’).

Door stijlfigren te gebruiken, verfraai je de vorm van je mededeling. Op die manier maak je je tekst aantrekkelijk.
Er zijn verschillende redenen om stijlfiguren te gebruiken:

  • je wil je wat ‘lichter’ of juist ‘zwaarder’ uitdrukken;
  • je wil bepaalde woorden extra nadruk geven;
  • je wil de lezer aan het denken zetten;
  • je wil een grappig effect bereiken;
  • je wil een belezen indruk maken.




Slide 3 - Slide

1. enumeratie/opsomming
2. antithese/ tegenstelling
3. paradox
4. understatement
5. eufemisme
6. herhaling/ repetitio
7. anticlimax
8. climax
9. ironie
10. litotes
11. prolepsis


12. anticipatie
13. anafoor
14. tautologie
15. pleonasme
16. opsomming in drieën / drieslag
17. omgekeerde climax
18. chiasme
19. oxymoron
20. retorische vraag
21. woordspeling
22. allusie


Slide 4 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: Cursus 5, par. 11, opdr. 1 en 2.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken
2. Lezen in je literaire roman


Slide 5 - Slide

Understatement 

Een understatement wordt gebruikt om ernstige (of grote) zaken als minder ernstig (of minder groot) voor te stellen.

  • Die Christiano Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen.
  • Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.
  • Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
  • Een miljoen is een leuk zakcentje.

Eufemisme

Een eufemisme is een ‘verzachtende uitdrukking’. Sprekers gebruiken eufemismen om termen die hard of grof klinken, te vermijden.

  • sterven: heengaan / inslapen
  • WC: het kleinste kamertje
  • werkloos zijn: werkzoekend zijn, tussen twee banen in zitten.
  • overgewicht: volslank


Slide 6 - Slide

Eufemisme & understatement

Slide 7 - Slide

Nog wat voorbeelden van een eufemisme

Ouden van dagen > bejaarden > ouderen >  senioren. 

Zij is heel wat zwembandjes kwijt.

Uw zoon heeft een heel eigen manier van communiceren met de docent.

Gerrit heeft vannacht ongewenst bezoek gehad...


Helaas gebruiken politici eufemismen vaak om de waarheid te verbloemen en daardoor heeft het verschijnsel een negatief imago gekregen.

Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren (= criminaliteit).

Ons beleid in de gezondheidszorg is een gevolg van de terugtredende overheid (= zoek het zelf uit).

Slide 8 - Slide

Hyperbool
De stijlfiguur van overdrijving. Een reden om een hyperbool te gebruiken kan zijn om bijvoorbeeld een emotie of een mening extra nadruk te geven. Maar ook variatie in schrijfstijl en humor kunnen redenen zijn om de hyperbool te gebruiken.

1. Mijn ogen vielen uit mijn doppen:
Je kunt best verrast zijn door iets, maar je ogen zullen onmogelijk uit je oogkassen vallen...

2. Ik schrok mij kapot!
Van schrikken ga je niet kapot...

3. Ik ga dood van de honger
In het westen is zodanig voedsel beschikbaar dat vrijwel niemand omkomt van de honger, als je een aantal uren niet gegeten hebt en trek hebt is deze uitspraak dus overdreven..
4. Het duurde een eeuw voordat zij kwam


Litotes
Een speciale vorm van het understatement (of een eufemisme). Bij deze stijlfiguur beweer je iets door het tegendeel daarvan te ontkennen.
1. Zij is bepaald niet dom. (= zij is slim).
2. Hoe heeft het vorige kabinet het eigenlijk gedaan? Die vraagt dringt zich extra op, omdat de burgers niet overlopen van dankbaarheid. (= ontevreden zijn)

Ironie
Ironie is een milde vorm van spot. Een ironische opmerking is nooit kwetsend bedoeld. Vaak bedoelt de spreker het tegenovergestelde van wat hij zegt.

1. Tegen een laatkomer: Je bent weer lekker op tijd.

2. 'De spellingregeling over de tussen-n, daar hebben ze nou
     echt hun best op gedaan!'


Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: Cursus 5, par. 11, opdr. 1 en 2.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken
2. Lezen in je literaire roman


Slide 10 - Slide

metafoor
metonymie
personificatie
vergelijking 
synesthesie
Heb je de nieuwe van Ed Sheeran al gehoord?
De stoel zuchtte onder het gewicht van de man.
Je hartslag sust me in slaap.
We zullen haar uit de brand helpen.
Tijd is als lucht: je ziet het niet maar het is er wel.
Zij is tot over haar oren verliefd.
Het hele lokaal viel stil na die opmerking.
Hij hoorde haar kille stem.

Slide 11 - Drag question

Ik weet wat beeldspraak is en kan het toepassen.
Ja
nee
ik heb nog vragen.

Slide 12 - Poll