Week 19: Werkwoordspelling

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg (5 minuten)
Zelfstandig oefenen (10 minuten)
Gezamenlijk bespreken (10 minuten)
Afsluiten (5 minuten)

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je leert vandaag de werkwoorden goed spellen.

Slide 4 - Slide

Wat is een werkwoord?
A
Een mens, dier, ding of plant.
B
Een woord waar de tekst over gaat.
C
Een woord dat aangeeft wat er wordt gedaan in een zin.
D
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Quiz

Wat is een persoonsvorm?
A
De persoon in de zin.
B
Het belangrijkste werkwoord van de zin.
C
Het woord waar de zin over gaat.
D
Het werkwoord in verleden tijd.

Slide 6 - Quiz

Is dit werkwoord goed gespeld?
"Timon verlong zijn Netflix account."
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Hoe spel je een werkwoord?
  • Vraagproef of tijdproef gebruiken.
  • Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
  • Gebruik de regels voor tt of vt.
  • Geen persoonsvorm? Gebruik de verlengproef.

Slide 8 - Slide

Zelfstandig oefenen
Maak opdracht 1 t/m 4 van H6 Werkwoordspelling
Boek: blz. 170
Digitaal: H6 Vakantie! > Werkwoordspelling > start
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Afsluiten
  • Is het werkwoord goed gespeld?
  • "Pieter strok zijn veters vast."
  • Is het werkwoord goed gespeld?
  • "Kees veegde de straat aan."
  • Is het werkwoord goed gespeld?
  • "Mijn ijsje smelte in de zon."

Slide 10 - Slide