46 - 1HVD - 3.8 Gram

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

:)

Planning van dit uur:

• Boekpresentaties: Sam en Anne-Sophie 
• Grammatica

Planning van volgende uur: 

• Grammatica 

Aan het einde van deze les: 

• kan ik het zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord herkennen en benoemen
• kan ik  mondeling uitleggen wat een zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord is  

WELKOM 1D :)

Boekpresentatie

•  Wees respectvol voor jouw klasgenoot
• Vul het feedbackformulier in

Opname

- Lerarenopleiding 

- Opleiding Journalistiek ✓

- Wordt bekeken door mijn docenten, één klasgenoot en verder niemand 

- Wordt verwijderd nadat ik het vak heb gehaald 

:)

Planning van dit uur:

• Boekpresentaties: Sam en Anne-Sophie 
• Extra opdrachten vlog ingeleverd? 
• Grammatica

Planning van volgende uur: 

• Grammatica 

Aan het einde van deze les: 

• herken en benoem ik het zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord 
• kan ik  mondeling uitleggen wat een zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord is  

WELKOM 1D :)

Stappenplan zinsontleding

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Onderstreep de pv

2. Verdeel de zin in zinsdelen

3. Benoem het gezegde : naamwoordelijk of werkwoordelijk

4. Benoem het onderwerp

5. Benoem het lijdend voorwerp

6. Benoem het meewerkend voorwerp

7. Benoem het voorzetselvoorwerp

8. Benoem de bijwoordelijke bepalingen

Wat voor soort werkwoord is 'dansen' in deze zin:

Gisteren tijdens het feestje was mijn zus
de hele avond aan het dansen.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'was' in deze zin:

Gisteren tijdens het feestje was mijn zus
de hele avond aan het dansen.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'was' in deze zin:

Gisteren tijdens het feestje was mijn zus
de hele avond blij.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Wat voor soort werkwoord is 'is' in deze zin:

Daar is Iris naartoe gegaan.

1. Zelfstandig werkwoord
2. Koppelwerkwoord
3. Hulpwerkwoord

Groepjes

1. Dewi (A), Marit (B), Karsten (C)

2. Grantas (A), Rachel (B), Romee (C)

3. Norah (A), Charlotte (B), Jimmy (C) 

4. Darshan (A), Annelie (B), Rivka (C)

5. Joanne (A), Renske (B), Nelis (C)  

6. Fleur (A), Anne-Sophie (B), Wajd (C) 

7. Joel (A), Linde (B), Femke (C) 

8. Sam (A), Julia (B), Daan (C), Lukas (C) 

                   Samenwerken

Wat	Maak een duidelijk overzicht van de drie soorten werkwoorden op een groot blad.
Hoe	In groepjes, in twee rondes
Hulp	Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd	25 minuten
Uitkomst	Ik vraag drie leerlingen hun blad te presenteren.
Klaar	Vraag aan mij of jullie werk klopt.

Ronde 1

A          A

A          A

Maak met elkaar het vragenblad met behulp van het lesboek. 

Ronde 2

A             B

        

        C

Maak samen een presentatie op een groot vel. 

A Groepsleider (bepaalt hoe het gebeurt) 

B Schrijver (schrijft op het blad

C Vrager (mag dingen aan de docent vragen)

A Zelfstandig werkwoord

B Koppelwerkwoord

C Hulpwerkwoord

                   Individueel werken 

Wat	Maak 'Test jezelf' van 3.8 (Grammatica woordsoorten).
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd	Tot het einde van de les.
Uitkomst	Deze opdrachten zijn huiswerk.
Klaar	Werk aan je boekpresentatie of lees in je leesboek.

Samenvatting van de les

Jij

• herkent en benoemt het zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord 
• kan mondeling uitleggen wat een zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord is  

Huiswerk 

Test jezelf 3.8 Grammatica woordsoorten

SO: woensdag 

Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken.

exitticket.nl