2M - 7.5 les 1 week 8 (2 maart)

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Een figuur wordt vergroot naar een ander figuur. Leg uit wat er met de afmetingen gebeurt als de factor kleiner is dan 1.

Figuur A: 7 cm breed.
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur A -----> Figuur B.
Wat is de factor?

Figuur A: 7 cm breed.
Figuur B: 11,9 cm breed.
Figuur B -----> Figuur A
Wat is de factor? Rond af op één decimaal.

Oppervlakte figuur A is 25 en wordt vergroot met factor 3. Wat is de nieuwe oppervlakte? Geef alleen het getal als antwoord.

Omtrek figuur A is 18 cm en wordt vergroot met factor 3. Wat is de nieuwe omtrek? Geef alleen het getal als antwoord.

Een schaal is bijvoorbeeld 1 : 15
Wat is hier de factor?

Een tekening is 5 cm breed. De werkelijkheid is 205 cm breed. Wat is de schaal? Gebruik geen spaties in je antwoord.

Een tekening is 3,5 cm breed en de schaal bij de tekening is
1 : 68. Hoeveel cm is de werkelijkheid?

Zou je meer uitleg willen hebben over H6? (vergroten, factor, schaal, omtrek, oppervlakte). Zo ja, waarover dan? Je krijgt sowieso een oefentoets.

Is PR een rechthoekszijde of een langste zijde? Leg uit waarom.

Bereken de lengte van PR. Rond af op twee decimalen

Leg uit hoe je deze getallen in het schema van Pythagoras zou invullen.

Bereken de lengte van QR. Rond af op één decimaal.