thuiswerken week 41

5/10: welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek (eventueel eentje van tafel om te lenen)

....en start met lezen.

Nog geen toetscijfers! Helaas, helaas....
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

5/10: welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek (eventueel eentje van tafel om te lenen)

....en start met lezen.

Nog geen toetscijfers! Helaas, helaas....

Slide 1 - Slide

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Vandaag:
- boekenlijst Classroom
- werkwoordspelling herhalen
t.t, v.t., vdw

Slide 3 - Slide

Oefenzin t.t.
(schilderen)
De kunstenares ....................... een mooi stilleven.

Slide 4 - Slide

Oefenzin 
(schilderen)
De kunstenares heeft een mooi stilleven geschilder..

Slide 5 - Slide

Oefenzin 
(schilderen)
De kunstenares is een mooi stilleven aan het schilderen.

Slide 6 - Slide

Onthoud:
- in de t.t krijgt 'de ander' altijd een 't' achter de ik-vorm.

MAAR:

- staat 'je/jij' (je moet het allebei kunnen invullen) achter de persoonsvorm  dan komt er geen 't' achter de ik-vorm

Slide 7 - Slide

Voorbeeld:
Sophie bindt  het touw goed vast.       ('t' achter de ik-vorm want
                                                                              Sopie is 'een ander')
Bind je het touw wel goed vast?  ('je', ook te vervangen door jij,
                                                                    dus geen 't' achter de ik-vorm)
Bindt je vader het touw wel goed vast?  ('t' achter de ik-vorm
                                           want 'je' kun je hier niet vervangen voor 'jij')


Slide 8 - Slide

Maken:
Boek blz. 28, opdracht 3.
Tijd? 6 minuten.
Alleen of samen? Ieder voor zich, alleen dus.
Klaar? Ga naar opdracht 4.
timer
6:00

Slide 9 - Slide

Werkwoorden v.t.
Ik fiets te                                    Wij fiets ten
Jij fiets te                                  Jullie fiets ten
Hij fiets te                                  Zij fiets ten

Ik verbrand de                           Wij verbrand den
Jij verbrand de                          Jullie verbrand den
Hij verbrand de                          Zij verbrand den

Slide 10 - Slide

Dus:
- In de v.t krijgen zowel 'ik' als 'de ander' altijd 'de' of 'te' achter
   de ik-vorm. 

- In de v.t. krijgt het meervoud krijgt 'den' of 'ten' achter de ik-
   vorm.

 


Slide 11 - Slide

Oefenzin

De kleuters (verkleden).................... zich gisteren als piraten.

Slide 12 - Slide

Maken:
Boek blz. 29, opdracht 4.
Tijd? 5 minuten.
Alleen of samen? Ieder voor zich, alleen dus.
Klaar? Ga naar opdracht 5.
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Voltooid deelwoord
= een werkwoord
= geen persoonsvorm

- staat in de zin meestal achteraan
- gebruik 't kofschip om te bepalen of het op een -d of -t eindigt.

Slide 14 - Slide

Maken:
Boek blz. 29, opdracht 5.
Tijd? 5 minuten.
Alleen of samen? Ieder voor zich, alleen dus.
Klaar? Lees de theorie Gebiedende wijs op blz 30.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Gebiedende wijs
- bevel of aansporing
- geen onderwerp
- pv is meestal eerste vorm
- pv is ik-vorm
- vaak bij recepten / instructies

Pak een pan / braad het vlees / kneed het deeg

Slide 16 - Slide

Maken:
Boek blz. 31, opdracht 6.
Tijd? 5 minuten.
Alleen of samen? Ieder voor zich, alleen dus.
Klaar? Ga naar opdracht 7.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek (eventueel eentje van tafel om te lenen)

....en start met lezen.

Slide 18 - Slide

Vandaag:
- Nakijken huiswerkopdracht gebiedende wijs
- kort herhalen werkwoordspelling

- Aan het eind van de les weet je wat een samengestelde zin is.

Slide 19 - Slide

WW-spelling
Ga naar Classroom --> Grammatica & Spelling --> ww spelling Quizizz 

Slide 20 - Slide

Ik ga naar school.

Na school ga ik naar voetbal.

Helaas had ik een onvoldoende.

Ik haal straks lekker een zak chips.
Ik heb helemaal geen zin.

Ik moet ook naar de tandarts.

Ik moet beter gaan leren.


Die deel ik met mijn vrienden.

Slide 21 - Slide

Wat is een samengestelde zin?
Enkelvoudige zin: 1 onderwerp, 1 persoonsvorm.

Samengestelde zin: 2 onderwerpen, 2 persoonsvormen

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Huiswerk donderdag:
Blz. 79 opdracht 1

Slide 24 - Slide