Je kunt de oppervlakte en inhoud van verschillende ruimtefiguren berekenen
We gaan zometeen 3 opgaven maken en die gaan we ook meteen bespreken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 8 Oppervlakte en inhoud ruimtefiguren
Je kunt de oppervlakte en inhoud van verschillende ruimtefiguren berekenen
We gaan zometeen 3 opgaven maken en die gaan we ook meteen bespreken
Slide 1 - Slide
Verfblikken zijn er in allerlei maten. Zie de foto hieronder.
In deze opgave gaan we steeds uit van een wiskundig model van een verfblik: een cilinder met een cirkel als bodem en een cirkel als deksel. We houden geen rekening met de dikte van het blik.
Een verfblik heeft een hoogte van 14 cm en een straal van 8 cm.
Teken op schaal 1:4 de uitslag van dit verfblik.
Schrijf op hoe je de maten van je tekening gevonden hebt.
Slide 2 - Slide
Hoe ziet de uitslag van een cilinder eruit?
2 cirkels: grondvlak en bovenvlak
1 rechthoek: cilindermantel
Slide 3 - Slide
Teken op schaal 1:4 de uitslag van dit verfblik. Schrijf op hoe je de maten van je tekening gevonden hebt.
Een verfblik heeft een hoogte van 14 cm en een straal van 8 cm.
Stap 1: Tekenen van twee cirkels, elk met straal 2 cm (schaal 1:4 dus 8 : 4 =2)
Slide 4 - Slide
Teken op schaal 1:4 de uitslag van dit verfblik. Schrijf op hoe je de maten van je tekening gevonden hebt.
Een verfblik heeft een hoogte van 14 cm en een straal van 8 cm.
Stap 2: tekenen van de cilindermantel, een rechthoek
(2) De omtrek van de cirkel is π × 16 cm en dat is ongeveer 50,3 cm --> lengte (2) De breedte van de rechthoek is 14 cm (2) Tekenen van een rechthoek met lengte (50,3 : 4 =) 12,6 cm en breedte (14 : 4 =) 3,5 cm
Slide 5 - Slide
Verfblikken zijn er in allerlei maten. Zie de foto hieronder.
In deze opgave gaan we steeds uit van een wiskundig model van een verfblik: een cilinder met een cirkel als bodem en een cirkel als deksel. We houden geen rekening met de dikte van het blik.
Een verfblik heeft een hoogte van 14 cm en een straal van 8 cm.
Bereken hoeveel cm2 metaal nodig is voor het blik (zonder de deksel).
Slide 6 - Slide
Bereken hoeveel cm2 metaal nodig is voor het blik (zonder de deksel). Ga hierbij uit van het wiskundig model
Je gaat nu de oppervlakte van een cirkel berekenen en de oppervlakte van de rechthoek die je net hebt getekend!
Oppervlakte cirkel: ......
Oppervlakte rechthoek: .....
Slide 7 - Slide
Met zes betonnen elementen, zie figuur 3 voor één element, bouwt Colin het kunstwerk zoals te zien is in figuur 4.
Bereken hoeveel cm3 beton voor dit kunstwerk is gebruikt.
Schrijf je berekening op.
Slide 8 - Slide
Bereken hoeveel cm3 beton voor dit kunstwerk is gebruikt. Schrijf je berekening op.
(1) Oppervlakte hele cirkel is π × 10^2 (= 314,15…) (cm2) (1) Oppervlakte 3/4 cirkel is 3/4 × 314,15… = 235,61... (cm2) (1) Inhoud element is 235,61… × 10 = 2356,1… (cm3) (1) Inhoud kunstwerk is 6 × 2356,1… = 14 137 cm3 (of nauwkeuriger)
Slide 9 - Slide
Op de stranden van Vlieland rijdt voor
toeristen de ‘Vliehors Expres’.
Deze vrachtauto heeft één speciale band die tijdens het
rijden het onderstaande gedicht als bandafdruk achterlaat:
Breng gedachten vol verlangen naar het lege stille strand. Schrijf ze duizend stille malen tussen duizend korrels zand.
Als de band één keer heeft rondgedraaid, staat het gedicht één keer in het zand.
De band heeft een diameter van 145 cm.
Bereken hoe vaak het gedicht in het zand staat als de Vliehors Expres 2 km heeft gereden. Schrijf je berekening op.
Slide 10 - Slide
Bereken hoe vaak het gedicht in het zand staat als de Vliehors Expres 2 km heeft gereden. Schrijf je berekening op.
(1) De bandomtrek is 145 × π = 455,5... (cm) (1) 455,5… cm = 4,555… meter en 2 km = 2000 meter (1) 2000 (m) : 4,55... (m) = 439 (keer)