hoofdstuk 5 nederlands kgt

ontleden
persoonsvorm: vraag/ tijdproef
onderwerp: wie + pv
gezegde: pv + alle werkwoorden in de zin
lijdend voorwerp: wie of wat + gez + ow
meewerkend voorwerp: aan of voor wie?
bijwoordelijke bepaling: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe?

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

ontleden
persoonsvorm: vraag/ tijdproef
onderwerp: wie + pv
gezegde: pv + alle werkwoorden in de zin
lijdend voorwerp: wie of wat + gez + ow
meewerkend voorwerp: aan of voor wie?
bijwoordelijke bepaling: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe?

Slide 1 - Slide

Op woensdag ga ik altijd spelen met mijn vriendin. Wat is hier de bwb?

Slide 2 - Open question

Ik geef aan de jongens een ijsje . Wat is het lijdend voorwerp?
A
ik
B
een ijsje
C
aan de jongens
D
geef aan

Slide 3 - Quiz

Tekstverbanden
Tegenstelling: maar, echter 
Opsomming: ten eerste, ten tweede

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

lastige werkwoorden
klinken hetzelfde, maar worden anders geschreven
de één is pv tt
de ander het volt dw.
Bijvoorbeeld:
Het gebeurt heel snel.
Het is heel snel gebeurd

Slide 6 - Slide

Sarah de vraag ( beantwoorden)
Zij heeft de vraag( beantwoorden)

Slide 7 - Open question

Wat is een samenstelling?

Slide 8 - Open question

samenstellingen

Slide 9 - Mind map

Tip
Oefen zaken die je nog niet weet over ontleden bijvoorbeeld op junior einstein en juf melis, alles kun je daar wel vinden. 
Je gaat naar google en je toetst in: lijdend voorwerp en dan kies je voor junior einstein of juf melis

Slide 10 - Slide