A3 - les 4 - Grammatica basis

1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is in deze zin het MV?
' De meisjes bood de bakker gisteren voor de grap een bijbaantje op zaterdag aan.
A
de meisjes
B
de bakker
C
voor de grap
D
een bijbaantje op zaterdag

Slide 7 - Quiz

Wat is het gezegde in deze zin?
' De peperdure vaas op de veiling bleek door onhandig vervoer lelijk beschadigd te zijn aan de randen.
A
WG = bleek beschadigd zijn
B
WG = bleek beschadigd te zijn
C
NG = bleek beschadigd te zijn
D
NG = bleek lelijk beschadigd te zijn

Slide 8 - Quiz

In welke zinnen staat een voorzetselvoorwerp?
A
'Ik waarschuw fietsers voor de gladheid.'
B
'De hond verstopt zijn bot in de boekenkast.'
C
De archeoloog verdiept zich in de opgravingen.'
D
' De vrienden spreken af achter het station.'

Slide 9 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
'In de belangrijkste wedstrijd vloog de coureur door geklungel met een rotvaart uit de bocht.'
A
door geklungel
B
met een rotvaart
C
uit de bocht
D
geen lijdend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide