This lesson contains 29 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Introduction
De Kindertelefoon wordt dagelijks gebeld door kinderen op zoek naar een luisterend oor. In deze jeugddocumentaire passeren kleine én grote thema's de revue. Er wordt gebeld over scheiden en over schoppen. Over verhuizen en verliefd zijn. Over katten en cavia's. Regisseur Astrid Bussink maakte er een mooie collage van telefoongesprekken van, en liet kinderen de gesprekken (na)spelen en er bijbehorend beeldmateriaal bij maken.
In deze les komen de verhaalstructuur en filmische elementen uit deze film over de kindertelefoon aan bod. Ook leert de leerling benoemen wat hij van de keuzes van de maker vindt.
Instructions
Leerdoelen:
De leerling kan de verhaalstructuur van de film benoemen.
De leerling kan enkele bewuste keuzes van de maker in gebruik van camera, kleur, vormgeving, benoemen.
De leerling kan benoemen welk effect de keuzes van de maker hebben op de eigen beleving.
Optioneel (les twee, huiswerk)
De leerling maakt zelf een kort verhaal met beeld en geluid.
Werkwijze:
Je bekijkt de film Luister (2017, 15 min., Astrid Bussink) in zijn geheel. Je geeft vooraf geen informatie, en laat de leerlingen onbevangen naar de film kijken. De enige vraag die je vooraf stelt is het controleren of kinderen weten wat De Kindertelefoon is, en welke functie deze heeft.
Na de film stellen we vragen over:
Het narratief. In film worden verhalen, ideeën, ervaringen en gevoelens verbeeld door middel van verhaalmiddelen (wie, wat, waar), verhaalstructuren (begin, midden, eind) en verhaaltechnieken (tijdverloop, flashbacks, tegenstellingen).
De filmische vormgeving. Film krijgt vorm door gebruik te maken van camerawerk (cinematografie), art direction (mise-en-scène), spel/framing, montage en geluid.
De context. Film wordt bekeken en gecreëerd in contexten: geschiedenis, cultuur en maatschappij, economie. Ook de toeschouwer, het publiek, geeft betekenis aan film.
Benodigdheden
Je kunt de notities (verantwoording van de
vragen en antwoorden) bij deze les uitprinten. Notities die tijdens de
les worden aangezet, zijn zichtbaar voor de leerlingen.
Voor de maakopdracht: een apparaat waar je foto’s mee kunt maken (smartphone, camera, iPad).
De les duurt 50 minuten. De maakopdracht neemt ook 50 minuten in beslag.
Items in this lesson
LUISTER
Slide 1 - Slide
Luister
Welke keuzes maakte de regisseur?
In deze les onderzoeken we samen met de leerlingen wat een regisseur in een documentaire zelf bedenkt, en wat niet.
We richten ons daarbij op de verhaalstructuur, de filmische vormgeving, en het beoogde en werkelijke effect van de keuzes van de filmmaker op de kijker.
Vraag of opdracht
Tip
Kijk
Slide 2 - Slide
Vragen en opdrachten
Er zijn geen goed-fout opdrachten, wel kijkvragen, klassengesprekken en reflectievragen.
Je kunt kiezen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
De les kan uitgebreid worden met een 'maak'-les om de opgedane kennis te verwerken. Hier worden tips voor gegeven.
NB Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Je gaat nu naar een korte film kijken over de kindertelefoon ►
Slide 3 - Slide
Instructie voorafgaand aan het kijken
Weten de leerlingen wat De Kindertelefoon is?
Na het kijken van de film gaan we onderzoeken op welke manier de filmmaker, Astrid Bussink, het verhaal over De Kindertelefoon heeft laten zien aan jullie, en welke keuzes ze daarbij heeft gemaakt.
Leerlingen mogen aantekeningen maken tijdens het kijken, maar dat hoeft niet.
Slide 4 - Video
Film Luister van Astrid Bussink, 16 min
Bekijken van de film in zijn geheel.
Wat vond je van de film?
Slide 5 - Slide
Filmervaring Er is geen goed of fout, laat de leerlingen steeds iets gedetailleerder benoemen wat ze van de film vonden, of welk gevoel de film hen gaf.
Wat dan precies? Waarom?
Wat voor soort film is Luister?
Wat is echt en wat heeft de maker bedacht?
Slide 6 - Slide
Filmgenre: documentaire Luister is een documentaire. De film
probeert de werkelijkheid in beeld
te brengen.
Alleen de stemmen van de medewerkers van de kindertelefoon
zijn echt. De stemmen van de kinderen zijn ingesproken door acteurs, omdat gesprekken met de kindertelefoon vertrouwelijk zijn. De beelden bij de verhalen zijn ook verzonnen door kinderen.
Kun je in één zin vertellen waar deze film voor jou over gaat?
Slide 7 - Slide
Verhaalstructuur: samenvatting
De meest basale samenvatting is
bijvoorbeeld: de film gaat over de
kindertelefoon. Laat de leerlingen deze zin aanvullen met hun eigen mening. Bijvoorbeeld:
Deze grappige én serieuze film gaat over heel verschillende kinderen met kleine en grote problemen die de kindertelefoon bellen.
Welke vier personages vertellen hun verhaal?
Slide 8 - Slide
Verhaalstructuur: personages
Een filmverhaal bestaat vaak uit drie stukken: begin, midden en eind. Het middenstuk is daarbij het langst.
Deze film heeft vier hoofdpersonages:
1. Hallo Flapdrol, de skater die worstelt met zijn verliefdheid op een jongen.
2. Tessa die de scheiding van haar ouders moeilijk vindt.
3. Een jongen die in een asielzoekerscentrum woont.
4. Sarah die thuis vaak eenzaam en alleen is.
Tessa
Flapdrol
Sara
Asielzoeker
Slide 9 - Slide
Verhaalstructuur: personages
Deze film heeft vier hoofdpersonages:
1. Hallo Flapdrol, de skater die worstelt met zijn verliefdheid op een jongen.
2. Tessa die de scheiding van haar ouders moeilijk vindt.
3. Een jongen die in een asielzoekerscentrum woont.
4. Sarah die thuis vaak eenzaam en alleen is.
Regisseur Astrid husselde deze vier verhalen door elkaar.
Waarom?
Slide 10 - Slide
Verhaalstructuur (mozaiekfilm) De maker kiest voor deze structuur (het opknippen van vier verhalen) om de kijker te blijven boeien. Je moet nu meer opletten als je kijkt. Het maakt de film minder saai.
Hoe zou je het vinden als het verhaal op deze manier was verteld?
Slide 11 - Slide
Verhaalstructuur: mening vormen
Nu luisteren de leerlingen naar het verhaal van Sara. Het verhaal wordt nu in één keer verteld.
De leerlingen ervaren of het beoogde effect, dat je als kijker geboeid blijft, bereikt wordt door het husselen. Hoe zou het geweest zijn als de vier verhalen achter elkaar werden verteld?
Tessa
Slide 12 - Slide
Verhaalstructuur: mening vormen
Hier zie je één verhaal: dat van Tessa.
De leerlingen ervaren of het beoogde effect minder saai, spannender, bereikt wordt door het husselen. Hoe zou het geweest zijn als de vier verhalen achter elkaar werden verteld?
Wie denk je dat de beelden bij het verhaal van Tessa heeft gemaakt?
Slide 13 - Slide
Filmische vormgeving: camera Astrid, de maker, vroeg kinderen (andere kinderen dan de bellers) beelden te verzamelen bij de onderwerpen die ze
had bedacht. Bij het verhaal over een jongen die andere kinderen pest, ging een skater met zijn Go Pro-camera filmen om de aandacht van zijn eigen probleem af te leiden. Een ander meisje kreeg de vraag om beelden te maken zoals ze die zelf uit het raam zag toen ze zelf nog in een asielzoekerscentrum woonde.
Ook de foto's die je in Luister ziet zijn door kinderen zelf gemaakt, met wegwerpcamera's. Door kinderen 'de regie' te geven en het beeld te laten bepalen, voelt de documentaire 'echter' aan, want het is letterlijk gemaakt vanuit het perspectief van een kind.
Slide 14 - Slide
Filmische vormgeving: beeld/ vormgeving Je kunt de vier personages en hun verhalen goed volgen, omdat de regisseur hen allemaal een eigen look heeft gegeven: beeld, tekst, typografie.
Hoe heeft de maker ervoor gezorgd dat je weet dat het om verschillende kinderen gaat?
Slide 15 - Slide
Filmische vormgeving: beeld en grafische nabewerking Je kunt de vier personages en hun verhalen goed volgen, omdat de regisseur hen allemaal een eigen look heeft gegeven: beeld, tekst, typografie.
Laat de leerlingen zelf benoemen wat de kenmerken per verhaal zijn. In de volgende slide kun je beter het verschil in stijl per kind zien.
Slide 16 - Slide
Filmische vormgeving: beeld en grafische nabewerking
Het lettertype is bij elk verhaal/kind anders.
De beelden zijn bij elk kind anders (bijvoorbeeld het skatebord bij Flapdrol, de poes bij Sara, de donkere beelden bij de asielzoeker).
De regisseur koos voor een vrolijk einde.
Zou jij dat ook hebben gekozen?
Slide 17 - Slide
Lesafluisting
In deze les hebben we onderzocht welke keuzes een regisseur allemaal kan nemen, bij het maken van een documentaire. Ook leerden de leerlingen benoemen welk effect deze keuzes hebben. Een leuke uitsmijter voor de les, is de keuze voor het einde van de film.
Verhaalstructuur: einde van een film
De leerlingen leren een mening vormen en leren deze te onderbouwen. Vraag goed door waarom ze kiezen voor een happy end of een serieuzer einde.
Het einde van een film is belangrijk voor het gevoel dat je overhoudt aan een film.
Slide 18 - Slide
Afsluiting lesgedeelte begrijpend kijken
Hierna volgen extra opdrachten. Verdiepingsopdrachten en (creatieve) verwerkingsopdrachten.
extra opdracht 1
Slide 19 - Slide
Extra opdracht 1: documentaires vergelijken (context) In de eerste extra opdracht ontdekken de leerlingen dat filmmakers een verhaal heel verschillend in beeld kunnen brengen.
Zo ontdek je nog meer welke keuzes een filmmaker maakt. Ook kan de leerling een mening vormen over wat hij of zij een aansprekende manier van vertellen en filmen, vindt.
Je gaat nu kijken naar een stukje uit Giovanni en het waterballet ►
Slide 20 - Slide
Context
In dit fragment vertelt Giovanni over zijn vriendin. Ook een persoonlijk verhaal. Maar het verhaal is heel anders in beeld gebracht dan de verhalen van de kinderen in Luister.
Welk effect heeft dit? Vind je het fijn om de persoon in beeld te zien? Voelt het anders?
Slide 21 - Video
Fragment uit Giovanni en het Waterballet
Wat zijn de overeenkomsten tussen Luister en Giovanni?
Wat zijn de verschillen tussen Luister en Giovanni?
Slide 22 - Slide
Context
Overeenkomsten
Het zijn allebei echte verhalen over en voor kinderen: jeugddocumentaires.
Beide documentaires hebben dezelfde maker: Astrid Bussink.
Verschillen
De verteller van het verhaal, Giovanni, is in beeld. In tegenstelling tot Luister waarin niemand herkenbaar in beeld is.
Bij Giovanni is het beeld vrolijk, is er buiten bij zonlicht gefilmd. Bij Luister is het beeld korreliger, donkerder.
Kinderen hebben de beelden bij Luister zelfgemaakt. Bij Giovanni is er sprake van professioneel camerawerk.
Leerlingen kunnen met nog meer voorbeelden komen. Het gaat er om dat ze inzien dat je één verhaal op verschillende manieren kunt vertellen.
Verdiepingsvraag
Deze twee verschillende stijlen hebben een verschillend effect. Wat is het effect voor jou als kijker?
extra opdracht 2
Slide 23 - Slide
Extra opdracht 2: zelf een foto maken
Maak zelf een onherkenbaar portret.
Slide 24 - Slide
Beeld maken
In de film is geen enkel kind herkenbaar in beeld gebracht. Maak zelf met een
fototoestel of een (geleend) mobieltje vier foto's van een klasgenoot, die telkens op een andere manier niet met zijn of haar gezicht op de foto staat.
Notitie: De film bevat veel voorbeelden waarin personen anoniem zijn gemaakt,
bijvoorbeeld door kadrering (het hoofd valt buiten beeld), door er voorwerpen voor te plaatsen (zoals een huisdier, of sluik haar), door op de rug te fotograferen, door CLOSE UPS van benen en schaduwen)
extra opdracht 3
Slide 25 - Slide
Extra opdracht 3: zelf een verhaal vertellen/verbeelden
Bedenk zelf een onderwerp/kort verhaal
Waarover zou jij een documentaire willen maken?
Astrid Bussink geeft tips in het volgende fragment
Slide 26 - Slide
Zelf een korte documentaire maken
Eigenlijk kun je over álles een documentaire maken. Over elk onderwerp, over elke persoon. Wat zou jij een geschikt onderwerp vinden voor een korte documentaire?
Astrid Bussink geeft tips in het volgende fragment.
Slide 27 - Video
Fragment 2DOC Astrid Bussink, 1 minuut 15 seconden
Bedenk een idee voor een korte documentaire. Kies een onderwerp dat je heel erg leuk vindt, én een beetje haat.
Slide 28 - Slide
Zelf documentaire maken: werk je idee uit
Werk je idee uit op papier met woorden, maak een mood-bord... of.... film alvast een stukje met een webcam, Go pro of een (geleend) mobieltje.
Welke personages komen in je documentaire voor? Welke vragen zou je stellen? Op wat voor een manier zou je het filmen? Lukt het om de eerste dertig seconden te filmen?
Denk daarbij aan de drie tips voor beginnende makers van Astrid Bussink!