5.1 en 5.2

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Irmak Aktürk
1
Siham Nur
13
Ibrahiem Al Nabelsi
2
Samuel Proper
14
Alper Arslan
3
Lieke Rattink
15
Quint ter Bekke
4
Julian Richter
16
Tobias Bosboom
5
Bodhi Samson
17
Dyke Broersen
6
Sharon van Steenbergen
18
Selin Bulgan
7
Jonathan Veldman
19
Meyra Guner
8
Rozemarijn de Vries
20
Giyandro van Hal
9
21
Maxime Hesseling
10
22
Terrance Martina
11
23
Stijn Mud
12
24
25
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Irmak Aktürk
1
Siham Nur
13
Ibrahiem Al Nabelsi
2
Samuel Proper
14
Alper Arslan
3
Lieke Rattink
15
Quint ter Bekke
4
Julian Richter
16
Tobias Bosboom
5
Bodhi Samson
17
Dyke Broersen
6
Sharon van Steenbergen
18
Selin Bulgan
7
Jonathan Veldman
19
Meyra Guner
8
Rozemarijn de Vries
20
Giyandro van Hal
9
21
Maxime Hesseling
10
22
Terrance Martina
11
23
Stijn Mud
12
24
25

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk controleren.
  •  Herhalen vorige les.
  • Huiswerk nakijken.
  • Uitleg 5.1
  • Werken
  • Uitleg 5.2

Slide 2 - Slide

Bekijk de bron.

  • Wat zie je hier?
  • Bedenk of deze bron voor of na de 1600 eeuw gemaakt is, of kun je dat niet zien?
  • Leg uit waarom er zo veel werk in deze industrie was.

Slide 3 - Slide

Hoe zorgt de verovering van Antwerpen ervoor dat Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt werd? 

Slide 4 - Slide

Nakijken.

  • Paragraaf 5.1 vraag 1 t/m 5.
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw veel mensen naar de steden in Holland en Zeeland trokken.
  • Je kunt uitleggen waarom kooplieden gingen samenwerken in een compagnie, en twee bijzondere kenmerken van de VOC en WIC noemen.

Slide 6 - Slide

In welke tijd groeit Amsterdam het snelst?

Slide 7 - Slide

Groei Amsterdam
17e eeuw. 
Begin 17e eeuw van 95.000 naar 200.000 inwoners.
Reden:
  1. Er was veel werk. Vanuit heel West en Noord-Europa komen mensen naar de Republiek. Ze migreren.
  2. Mensen vluchten naar de Republiek. Hier werden mensen niet vermoord of gediscrimineerd vanwege hun geloof. De republiek was verdraagzaam.

Slide 8 - Slide

Aan het werk.
10 minuten. 
Werk (zachtjes) in tweetallen.
5.1 Maak vraag 6 tm 12 op blz 82 en 83.

timer
10:00

Slide 9 - Slide

Op jacht naar specerijen.
Rond 1600 gaan Nederlanders naar Indië, nadat ze route bij de Portugezen is gestolen. Er zijn wel twee problemen.
  1. De reis is gevaarlijk. Stormen, kapers, muiterij...en een investeerder is dan al zijn geld kwijt.
  2. Als meerdere bedrijven handelen in een product gaat de prijs omlaag. Zo werden specerijen goedkoper.

Slide 10 - Slide

Oplossing.
Welke oplossing kun je bedenken voor deze problemen?
  • Ga samenwerken! Als meer mensen investeren in een grote groep schepen, dan is het risico kleiner.
  • Je kunt afspraken maken over de prijzen en zo blijven de prijzen stabiel.

Slide 11 - Slide

Verenigde Oost-Indische Compagnie. Krijgt het alleenrecht (monopolie) op handel.

West-Indische Compagnie. Krijgt het alleenrecht (monopolie) op handel.
1602
1621
Azië
Afrika en Amerika

Slide 12 - Slide

Landen verhandelen producten over de hele wereld met elkaar.

Slide 13 - Slide

Huiswerk.

Werk in tweetallen.
5.1 Maak vraag 6 tm 12 op blz 82 en 83.
 5.2 Lees blz 85 en 86.
5.2 Maak vraag 1 t/m 4 op blz 84 en 85. 

Slide 14 - Slide