arn 3.2 3.3

arn 3.2 3.3
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

arn 3.2 3.3

Slide 1 - Slide

Hoe heet de Griekse hoofdgod?
A
Jupiter
B
Odin
C
Ra
D
Zeus

Slide 2 - Quiz

Uit welke woorden bestaat democratie?
A
Demo Creatos
B
Demos Kratos
C
Krater Delos
D
Delen kraters

Slide 3 - Quiz

Hoeveel kilometer wegen hebben de Romeinen aangelegd?
A
50.000 KM
B
1.000.000 KM
C
300.000 KM
D
125.000 KM

Slide 4 - Quiz

Wat voor democratie is Nederland?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Geen democratie
D
Wat is democratie? Kan ik dat eten?

Slide 5 - Quiz

Wat is de grens van het Romeinse Rijk in Nederland?
A
De Noordzee
B
De Belgische grens
C
De Maas
D
De Rijn

Slide 6 - Quiz

Welke Nederlandse steden zijn door de Romeinen gesticht?
A
Utrecht
B
Nijmegen
C
Amsterdam
D
Tilburg?

Slide 7 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 8 - Quiz

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 10 - Quiz

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Hoe heet de eerste keizer
van het Romeinse Rijk?

Slide 12 - Open question

Wat betekent de
titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 14 - Quiz

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 15 - Quiz

Wie waren er machtiger:
De 2 consuls of de senatoren?
A
De consuls
B
De senatoren

Slide 16 - Quiz

Utrecht ligt aan de Romeinse limes. Wat is een limes?
A
Een rivier
B
De weg naar Rome
C
Een vesting
D
De grens van het Romeinse Rijk

Slide 17 - Quiz

Wat is een limes
A
Romeinse grens
B
Romeins gerecht
C
Romeinse vaas
D
Germaans gerecht

Slide 18 - Quiz

Het Germaanse midwinterfeest werd
A
kerstmis
B
vruchtbaarheidsfeest
C
pasen
D
pinksteren

Slide 19 - Quiz

Germanen leefde in ...
A
Turkije
B
Judea
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 20 - Quiz

Wie zijn de Germanen
A
Volk dat in Frankrijk woonde
B
Volk dat in Italië woonde
C
Volk aan de Noord Grens van het Rijk
D
Volk dat in Arabië woonde

Slide 21 - Quiz

Hier in het oosten waren ook Germaanse stammen. Hoe heette de Germaanse stam hier?
A
Cananefaten
B
Friezen
C
Tubanten
D
Eburonen

Slide 22 - Quiz

Een Germaanse god is...
A
Clovis
B
Donar
C
Jupiter
D
Juno

Slide 23 - Quiz


Wie waren er machtiger:
De 2 consuls of de senatoren?
A
De consuls
B
De senatoren

Slide 24 - Quiz

De ..... moesten doen wat de senaat zei.
A
Koningen
B
Consuls
C
Keizers

Slide 25 - Quiz

Wat is een senaat ?
A
Leiders van het Romeinse Rijk
B
Vergadering waarin belangrijke beslissingen werden genomen
C
Soldaten van het Romeinse Rijk
D
Ministers van de koning

Slide 26 - Quiz

Wie zaten er in de senaat?
A
Rijke vrouwen
B
Rijke slaven
C
Wijze, oude mannen
D
Rijke mannen en vrouwen

Slide 27 - Quiz

Wie en hoeveel mensen zaten er in de Romeinse senaat?
A
Oude wijze vrouwen, ongeveer 600.
B
Jonge vrouwen, ongeveer 600.
C
Oude wijze mannen, ongeveer 600.
D
Jonge mannen, ongeveer 600.

Slide 28 - Quiz

Wat betekent het begrip:
Senaat
A
Vergadering van rijke mannen, die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
B
Vergadering van wijze, oude mannen die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
C
Vergadering van alle mannen in Rome, die besluiten namen over het Romeinse Rijk.
D
Vergadering die besloot over het Romeinse Rijk.

Slide 29 - Quiz