TL4-Ne afsluiting P13-14-25-26

Welkom TL4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Welkom TL4

Slide 1 - Slide

Leesvaardigheid 13-14-25-26
Leerdoelen behaald? 

Ik weet hoe een tekst is ingedeeld en ken de opbouw en functies van alinea's. Ik kan signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in een tekst en begrijp daardoor de hele tekst.

Slide 2 - Slide

Onderwerp-hoofdgedachte
Onderwerp: Het belangrijkste uit de tekst in een woord/woordgroep
'Hinderlijk/veel lawaai in ons land'
 
De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: ‘Wat is het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp?’De hoofdgedachte moet  je in één zin weergeven  en/of De hoofdzaken van de tekst vat je in één zin samen.
'Veel mensen in ons land hebben last van hinderlijk lawaai, gelukkig zijn er oplossingen.'

Slide 3 - Slide

Programma
1. Bekijk de proeftoets
2. Goed gemaakt, ken je de leerstof--> maak dan de opdracht van de songtekst af--vanaf morgen kun je de eerste versie inleveren! (23/10 SOM)
3. Proeftoets niet af en/of vond je het moeilijk--> maak de extra oefenbladen bij 13, 14, 25-26. Klaar,  kom het antwoordenblad halen.


Slide 4 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, hierna, , vervolgens, later, ten eerste, ten slotte,  later,  oorspronkelijk, intussen 

Slide 5 - Slide

Opsomming
en, ook, verder, daarbij, bovendien, daarnaast, een ander…, ten eerste, vervolgens, eveneens, noch… noch…, zowel… als…., niet alleen… maar ook…, tevens, voorts, ten slotte

Slide 6 - Slide

Tegenstelling
maar, echter, toch, doch, niettemin, daarentegen, juist (niet), al(hoewel), desondanks, enerzijds… anderzijds…, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, terwijl (in de betekenis van hoewel)

Slide 7 - Slide

Oorzaak – gevolg
Oorzaak:  doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van
Gevolg: daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat,
het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is

Slide 8 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 9 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij 

Slide 10 - Slide

Reden
omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien, daarom, dus  

Slide 11 - Slide

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) 
 aangenomen dat
gesteld dat

Slide 12 - Slide

Samenvatting / conclusie
kortom, samengevat, al met al, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan, met andere woorden

dus, vandaar, daarom, om die redenen, dan ook, kortom, al met al, concluderend, dat betekent, aldus, hieruit volgt

Slide 13 - Slide

Proeftoets

Slide 14 - Slide