3.2 Weerstand

H3 Elektriciteit
§3.2 Weerstand

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 Elektriciteit
§3.2 Weerstand

Slide 1 - Slide

?????

Slide 2 - Slide

Doelen 3.2 
  • Wat zijn geleiders en isolatoren?
  • Wat is elektrische weerstand?
  • Waarvoor gebruik je weerstanden?
  • Hoe meet je weerstand?
  • Wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand?
  • Wat is de weerstand in een schakeling?

Slide 3 - Slide

Geleider
Laten stroom makkelijk door
Isolator
Laat de stroom moeilijk door

Slide 4 - Slide

Wat is weerstand?
  • In een geleider kunnen de elektronen makkelijk stromen, is de stroomsterkte hoog en de weerstand dus laag
  • In een isolator ondervinden de elektronen veel weerstand dus loopt er geen/weinig stroom doorheen

Slide 5 - Slide

Wet van Ohm

Slide 6 - Slide

Weerstand
geeft aan hoe moeilijk of makkelijk stroom 
ergens doorheen kan

Slide 7 - Slide

Weerstand (R)
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
ohm

Slide 8 - Slide

Wet van Ohm
weerstand = spanning : stroomsterkte

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
De waterkoker heeft een weerstand van 40 Ω en is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte door  de waterkoker.
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
De waterkoker heeft een weerstand van 40 Ω en is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte door  de waterkoker.
Gegeven: R = 40 Ω ; U = 230 V
Gevraagd: I
Formule: I = U : R
Berekening: 230 : 40 = 5,75 A
Antwoord: I = 5,75 A

Slide 11 - Slide

Oefenen
Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte  is 1,3 A.  Bereken de weerstand.
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 12 - Slide

Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte is 1,3 A. Bereken de weerstand.

Slide 13 - Open question

Uitwerking
Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte  is 1,3 A.  Bereken de weerstand.
Gegeven: U = 230 V ; I = 1,3 A
Gevraagd: R
Formule: R = U : I
Berekening: 230 : 1,3 = 
Antwoord: 177  Ω

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Weerstand: Fietsen tegen de wind in. de weerstand is?
A
hoog
B
laag

Slide 16 - Quiz

Weerstand
A
ampere
B
watt
C
ohm
D
siemens

Slide 17 - Quiz

Weerstand
A
I
B
R
C
U
D
P

Slide 18 - Quiz

Wat is de totale weerstand van de 3 weerstanden?
A
200Ω
B
801Ω
C
1,8kΩ
D
Dat hangt van de spanning af.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
3.2: opdracht 1-6
8 samen!

Slide 20 - Slide